Afdrachten
Plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk betalen jaarlijks een verplichte financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke (ambtelijke en dienstverlenende) werk.
In de uitvoeringsregeling behorend bij de uniforme quotisatieregelingen en de solidariteitskas wordt uitgewerkt hoe deze bijdrage wordt geheven. Het gaat om deze verplichte aanslagen:
- aan de plaatselijke gemeenten een kerkrentmeesterlijk quotum en een heffing voor de solidariteitskas (een vast bedrag per belijdend lid);
- aan de diaconieën een diaconaal quotum.
Deze verplichting wordt omschreven in Kerkorde en ordinanties. In ordinantie 11 staat onder hoofdstuk IV ‘De Generale Financiën van de Kerk’ bij artikel 19 lid 3, dat de kleine synode een quotum - een evenredig aandeel in een op te brengen belasting - mag heffen van de gemeenten en van de diaconieën om de arbeid van de kerk te financieren.
Toelichting kerkrentmeesterlijk quotum
Het kerkrentmeesterlijk quotum is een percentage van de inkomsten van een plaatselijke gemeente uit levend geld, onroerend goed en overig bezit, met enkele uitzonderingen.
Van de inkomsten uit het kerkrentmeesterlijk quotum wordt het landelijk werk van de kerk betaald. Daartoe behoort het classicale en synodewerk, gemeenteopbouw, de begeleiding, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, het jeugdwerk, oecumene (het niet-diaconale deel), en ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals juridische zaken, financiën en ondersteuning van gemeenten door het mobiliteitsbureau.
Binnen FRIS wordt automatisch met de relevante gegevens een quotumopgave gegenereerd. Zodra de jaarrekening ingediend is in FRIS worden deze gegevens doorgegeven aan de quotumadministratie. In december krijgen gemeenten te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit. Vervolgens ontvangen gemeenten, in het jaar waarop het quotum c.q. de solidariteitskas betrekking heeft, twee termijnnota's.
Toelichting diaconaal quotum
Het diaconaal quotum is enerzijds gebaseerd op aantallen belijdende leden, anderzijds op een percentage van de inkomsten uit levend geld, onroerend goed en overig bezit van diaconieën, met enkele uitzonderingen.
De inkomsten uit het diaconaal quotum zijn bestemd voor diaconaal kerkenwerk. Daartoe behoort diaconaal werk op classicaal niveau, de dienst in de samenleving en oecumene (het diaconale deel), en bovendien voor ondersteunende activiteiten die het diaconaal werk mogelijk maken, zoals communicatie en fondsenwerving, synodewerk en juridische zaken.
Binnen FRIS wordt automatisch met de relevante gegevens een quotumopgave gegenereerd. Zodra de jaarrekening ingediend is in FRIS worden deze gegevens doorgegeven aan de quotumadministratie. In december krijgen diaconieën te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit. Vervolgens ontvangen diaconieën voor de betaling, in het jaar waarop het quotum betrekking heeft, twee termijnnota's.
Lees ook:
