Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Gideonsbende

In het kerkje staan de stoelen kriskras langs de wanden opgestapeld. De kerkzaal middenin is leeg. “Ons kerkgebouw is een multifunctionele ruimte”, zegt de voorzitter die mij trots haar kerk laat zien. “Vanmiddag was hier bejaardengymnastiek, gisteren hadden we een boekpresentatie, en volgende week viert het hele dorp hier feest."

"Wij zijn een wat chaotische bende”, vervolgt zij, “maar wel een echte Gideonsbende. We hebben het hier prachtig. Een enthousiaste groep kerkenraadsleden. Een boel betrokken vrijwilligers. En zo’n veertig trouwe kerkgangers. Daar zijn we blij mee.

En al dat gezeur over de kerk die leegloopt, zijn we helemaal zat. ’s Zomers komen er ook toeristen, dan zijn we met meer. In de winter zijn we met minder, dus zijn er rijen leeg. Ach, zeggen we dan tegen elkaar, wij zijn op de groei gemaakt. Maar wij willen gewoon doorgaan en het lichtje van ons geloof verder dragen.”

Een uur lang vertelt deze kleine kerkenraad mij honderduit over het vele dat allemaal goed gaat in deze Gideonsgemeente. Ik ben gekomen om hen als classisdominee te bemoedigen, dat vind ik mijn hoofdtaak. Maar zij bemoedigen mij minstens zo veel.

Inmiddels ben ik bij heel wat gemeenten op huisbezoek geweest. En vroeg naar hun vreugden. Veel vreugden: de sfeer in de kerkenraad, de betrokkenheid van de gemeenteleden, de inzet en de creativiteit van dominee en pastor. De mensen in de kerk zijn blij met elkaar.

Het lijkt of de krimp in de kerk ook goede kanten heeft. Wie nu in de kerk komt, doet dat niet uit plicht, maar uit vrije keuze. Omdat je opademt van oude Bijbelverhalen, van inspirerende liederen, van troostende gebeden en een mooie zegen. Goud!

Mooi ook dat de scherpte er vanaf is gegaan. Gelovigen nemen elkaar minder de maat, en geven elkaar meer de ruimte. De weerstand van vroeger tegen andere kerkgenootschappen lijkt als sneeuw voor de zon weggesmolten. Zo verschillend als we zijn, we voelen ons kinderen van één Vader. De kerk is een warm huis geworden.

Zorgen hoor ik ook: “Wij missen de generatie die na ons komt. En wij hebben mensen genoeg hier die iets willen doen, maar in de kerkenraad, als ambtsdrager, willen ze niet. Hoe komt het met ons in de toekomst?”

Dat zijn de lastige kanten van de krimp. We zijn als kerken kleiner geworden, en daar moeten we met z’n allen mee leren omgaan. Wanneer het getij verloopt de bakens gaan verzetten.

Niet meer alle ballen op de kerkenraad bijvoorbeeld, maar de vele vrijwilligers die we hebben hun werk laten doen. De eigen plaats van de jeugd in de samenleving begrijpen. Een relatie met hen opbouwen, en niet meteen iets van hen terugverwachten.

Het eerst nodige is dat kerken de moed bewaren. Zoals die kleine Gideonsbende: doorgaan het lichtje van het geloof verder te dragen. En te vertrouwen op de zegen van de lieve Heer.

Foto: Unsplash

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)