Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Diaconaal werk in Den Haag: ‘Heil brengen in heilloze situaties’

Jurjen de Groot fietste op donderdag 2 september tussen drie diaconale projecten in Den Haag om met eigen ogen te zien hoe de kerken daar zich inzetten om vindplaats van praktisch geloof, sprankjes hoop en ongelooflijk veel liefde te zijn.

Op het terrein van de Shalomkerk liggen moestuinen (zie foto bovenaan dit artikel), de hal van de kerk functioneert als buurthuis en in de kelder is Voedselbankwinkel Kies! gehuisvest. Een kwartiertje fietsen verderop ligt de Kinderwinkel, ontstaan vanuit de Marcuskerk. Kinderen en jongeren in de kansarme buurt Moerwijk krijgen een steuntje in de rug om daarmee hun leven kansrijker te maken. Fiets je nog een kwartiertje verder, dan beland je in het Den Haag Wereldhuis waar ongedocumenteerden gastvrij worden ontvangen en steun en advies krijgen. 

Deze drie diaconale projecten bezocht Jurjen de Groot, directeur dienstenorganisatie, tijdens zijn werkbezoek op 2 september. Samen met collega’s van de dienstenorganisatie fietste hij van plek naar plek om met eigen ogen te zien hoe de protestantse gemeenten in Den Haag zich inzetten om vindplaats van praktisch geloof, sprankjes hoop en ongelooflijk veel liefde te zijn. Al deze diaconale initiatieven horen bij STEK, ‘voor Stad en Kerk’, de diaconale organisatie van de Protestantse Gemeente Den Haag.

Shalomkerk

In de Haagse wijk Zuidwest ligt de Shalomkerk. Op deze donderdag bruist het daar van de activiteiten. De hal zit vol met bezoekers van de inloopochtend. Er is vandaag een kapper die voor weinig geld haren knipt. De diaconie betaalt de nieuwe scharen die de kapper nodig heeft. In de kelder lopen mensen in en uit om boodschappen te doen bij Voedselbankwinkel Kies! Dat is een nieuwe opzet, waarbij mensen met een tegoed op een pasje zelf kunnen kiezen welke producten ze meenemen. 

In de hal van de kerk drinken de bezoekers van de inloopochtend koffie
In de hal van de kerk drinken de bezoekers van de inloopochtend samen koffie en kunnen ze vragen stellen aan de vrijwilligers

Heleen Joziasse is coördinator van het buurt-en-kerkhuis. Zij ontvangt, samen met een aantal diakenen en vrijwilligers, de bezoekers van STEK en de dienstenorganisatie. Het aantal diaconale activiteiten dat hier ontwikkeld wordt is groot en groeiende, zoals naailessen, taallessen, een spreekuur met een arbeidscoach en huiswerkbegeleiding. De vrijwilligers - vaak geen lid van deze gemeente - ontplooien ook zelf allerlei initiatieven. 

Heleen: “PR is nauwelijks nodig, mensen in de buurt weten de kerk te vinden. Nieuwe initiatieven ontplooien gaat vanzelf. Maar ik vraag me wel steeds af wat het betekent om als kerk dit werk te doen. Ik ben theoloog. Als ik sociaal werk had willen doen, had ik net zo goed ergens anders kunnen werken. Het gaat hier ook om zingeving, of liever noem ik dat zindeling. We delen met elkaar ‘zin’. Mensen praten hier heel makkelijk over geloof. Over zaken die ertoe doen in het leven, over rouw, over ziekte.” Om er vervolgens lachend aan toe te voegen: “Maar ook over hoe je slakken kunt verdrijven in de moestuin. Of waar je het goedkoopst je boodschappen kunt doen.”

Een klant rekent af in de voedselbankwinkel Kies
Een klant rekent af in de Voedselbankwinkel Kies!

Heleen is ervan overtuigd dat als de kerk er niet meer zou zijn, er ook geen basis meer is voor . “Ik probeer het heil dat ik heb leren kennen in Jezus en in de Bijbel te delen in heilloze situaties. Door het geloof te doen en dat te delen. Door verhalen van mensen in verbinding te brengen met de verhalen in de Bijbel. Aandacht daarvoor is, naast de moestuin en het naaiatelier, ook van belang.” 

Kinderwinkel

Ook voor de Kinderwinkel in Moerwijk is het feit dat de kerk de initiatiefnemer was het grote verschil met ‘gewoon maatschappelijk werk’. Willeke Eikelenboom is afdelingsmanager bij STEK, en was voorheen tienerwerker van de Kinderwinkel. “Wij hoeven geen vinkjes te zetten om subsidie te ontvangen. Mensen hoeven niet aan bepaalde voorwaarden te voldoen om door ons geholpen te worden. Wij zien de mens. Wij geven ze vertrouwen en geloven in de goedheid van de mens. Ze mogen het bij ons steeds opnieuw proberen, ook al is hun gedrag soms problematisch.” 

De Kinderwinkel bestaat al 27 jaar. Het is een begrip in een wijk waarin mensen gewend zijn dat niets blijvend is. Inmiddels zijn er volwassen die als kind naar de Kinderwinkel kwamen en mede dankzij dit initiatief hun weg in het leven gevonden hebben. Willeke: “Mensen kunnen hier hun kwetsbaarheid laten zien. Tegelijkertijd is er in deze wijk te veel kwetsbaarheid om op grote schaal het verschil te kunnen maken.“

De Kinderwinkel biedt huiswerkbegeleiding, een tienerkeuken met bijbehorend restaurant om horeca-ervaring op te doen, en er worden activiteiten ontwikkeld die ervoor zorgen dat tieners mensen buiten hun eigen bubbel ontmoeten. Zo is jongerenwerker Shahanaaz Schaik Roestali bezig om samen met jongeren een programma te ontwikkelen om hen kennis te laten maken met mensen, organisaties en thema’s waarin ze geïnteresseerd zijn. De jongeren die aan dit programma deelnemen hebben allemaal een andere achtergrond. Hopelijk leren ze dus niet alleen van de bezoeken, bijvoorbeeld aan het Vredespaleis, maar ook van elkaar. Shahanaaz: “Het ultieme zou zijn als ze vriendschappen voor het leven met elkaar ontwikkelen.”

Maike Lolkema organiseert ‘de School van Barmhartigheid’. Een programma van vier bijeenkomsten waar scholen - in het kader van bijvoorbeeld het vak ‘levensbeschouwing’ - gebruik van kunnen maken. In die vier lessen gaat het over het ontmoeten van mensen in kwetsbare situaties, bijvoorbeeld mensen die zonder documenten in Den Haag verblijven. De ontmoeting brengt stellige denkbeelden regelmatig aan het wankelen. Maike: “Tot nu toe heb ik dit programma vooral uitgevoerd in vwo-4 klassen. Leerlingen hebben soms uitgesproken denkbeelden over vluchtelingen. Ik bereid dan samen met hen een ontmoeting met een ongedocumenteerde voor. Als die bij hen in de klas komt, gaat het er soms bot aan toe, maar aan het eind van de les is het lastiger geworden om ‘de vluchteling’ als een abstract begrip te benaderen. Ze hebben nu immers iemand van vlees en bloed ontmoet en zijn of haar verhaal gehoord.”

Den Haag Wereldhuis

De mensen die Maike meeneemt naar de scholen zijn bijvoorbeeld bezoekers van ‘Den Haag Wereldhuis’, een veilige haven voor in Den Haag. Hier komen mensen die soms al tientallen jaren in Nederland wonen, maar geen officiële verblijfsvergunning hebben. Ze leven een ondergronds leven met illegale banen, angst voor uitzetting en veel onzekerheid. De medewerkers van Den Haag Wereldhuis helpen hen met juridische vraagstukken, woonruimte en medische problemen.

De hulp aan deze groep is zo urgent - naar schatting wonen er in Den Haag alleen al tussen de 5.000 tot 10.000 ongedocumenteerde mensen - dat het werk gewoon doorgaat tijdens dit werkbezoek. Terwijl de werkbezoekdelegatie koffie, thee en Wereldhuiskoekjes krijgt, lopen mensen in en uit, worden telefoons opgenomen en helpt ‘meneer Kees’ - een voormalig advocaat - in een hoekje van de ruimte op fluistertoon mensen met hun vragen over de hoop op een verblijfsvergunning. 

'Meneer Kees'
'Meneer Kees'

De hoeveelheid verschillende culturen en talen in deze ruimte is groot. De sfeer is chaotisch, maar straalt een enorme saamhorigheid uit. Opeens klinkt er applaus als iemand vertelt dat ze na 25 jaar eindelijk een verblijfsvergunning heeft gekregen. De sfeer slaat om als een jonge Ethiopische vrouw vertelt hoe ze al bijna vijf jaar in Nederland is en leeft in onderzekerheid. Je voelt de machteloze woede door haar verdriet heen. “Ja, ik word goed geholpen door de kerk en Den Haag Wereldhuis. Ik kom niets tekort, maar ik wil dit leven niet leiden. Ik wil een bijdrage leveren aan de samenleving. Ik ben jong en opgeleid als verpleegkundige. Ik leef nu alsof ik oud ben.”

Applaus voor het krijgen van een verblijfsvergunning
Applaus voor het krijgen van een verblijfsvergunning

In de nabespreking van deze dag benadrukt Derk Stegeman, directeur van STEK en uitvoerend secretaris van de Haagse Protestantse Diaconie, hoe belangrijk het is dat de kerk opkomt voor ongedocumenteerden. “Deze groep kan nergens naartoe. De kerk is een van de weinige instanties die haar middelen onafhankelijk kan en wil inzetten ten bate van deze groep mensen. Ze is een plek waar ongedocumenteerden geholpen kunnen worden zonder angst om opgepakt te worden. Veel diaconieën hebben als motto ‘helpen waar geen helper is’. Als je dat echt serieus meent, zou deze groep het speerpunt van iedere diaconie moeten zijn.”

Vorige maand bezocht Jurjen de classis Groningen-Drenthe:

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)