Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Groothuisbezoek ‘Het goede leven’

Pijl naar links Ideeën

Nodig

  • een gespreksleider
  • een bijbel voor alle deelnemers
  • een gevarieerd aanbod aan foto's / afbeeldingen
  • een groot vel papier
  • stiften in verschillende kleuren
  • kopieën van de korte tekst onderaan (ds. Van Halsema)

U treft hier eerst informatie over wat een groothuisbezoek precies inhoudt, de uitgangspunten van een groothuisbezoek, de spelregels en een aantal tips voor de gespreksleiding. Daarna treft u een opzet voor het groothuisbezoek ‘Het goede leven’.

Groothuisbezoek

Het groothuisbezoek wordt georganiseerd vanuit de kerkelijke gemeente. Het is een eenmalige ontmoetings- en gespreksbijeenkomst met een kleine groep gemeenteleden. Mensen ontmoeten elkaar in informele sfeer. Die gesprekken kunnen in de kerk gehouden worden, maar meestal is de woning van een van de gemeenteleden de plaats van handeling. Je zou het daarom ook ‘huiskamergesprek’ kunnen noemen. Mensen gaan met elkaar in gesprek rond een thema en delen met elkaar iets van hun leven, hun gedachten, hun ervaringen en hun geloof. De ervaring leert dat dit verdiepend werkt en iets kan toevoegen aan de band die mensen met elkaar hebben. 

Groothuisbezoek haakt aan bij drie belangrijke elementen van gemeente-zijn: ontmoeting, bezinning en pastoraat. 

  • Bij ontmoeting denken we aan de ontmoeting tussen mensen, tussen leden van de gemeente. Maar het doelt ook op de ontmoeting tussen God en mensen. Het is mooi als u in het gesprek met de ander iets van de Ander (met een hoofdletter) mag ontdekken.
  • Bezinning is een belangrijk onderdeel omdat we in een groothuisbezoek verder willen komen dan een gesprek over koetjes en kalfjes. In een groothuisbezoek gaat het om het samen nadenken over vragen die te maken hebben met zingeving.
  • Ook pastoraat is een element uit het groothuisbezoek. U bent bij elkaar als leden van één gemeente en wilt naar elkaar omzien. In het gesprek toont u belangstelling voor elkaar en heeft u de gelegenheid met elkaar in gesprek te gaan over zaken die er werkelijk toe doen. Het samenspel van deze drie elementen maakt een groothuisbezoek meer dan een gewoon gesprek. 

Zorg voor voldoende bijbels of laat de deelnemers een eigen bijbel meenemen. 

Uitgangspunten voor groothuisbezoek

Deze handreiking wil u behulpzaam zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van een groothuisbezoek. Daarbij hanteren we een aantal uitgangspunten: 

  • Een groothuisbezoek is een vorm waarin ontmoeting, bezinning en pastoraat bij elkaar komen. Dat vraagt ruimte voor onderling contact en een zinvol gesprek. Gezelligheid en inhoud gaan samen. Daar willen we de tijd voor nemen.
  • Een groothuisbezoek verloopt via een vast stramien: opening, korte inleiding, een introducerende vraag aan de deelnemers, een verdiepend deel (Bijbel) en een sluiting. Er zijn ook een paar keuzemogelijkheden.
  • Er zijn veel mogelijkheden om met een thema aan de slag te gaan. Om het mogelijk te maken dat u een werkvorm kiest die het beste past bij uw gemeente/groep bieden we drie werkvormen aan. De keus is aan u!
  • Een groothuisbezoek wint aan waarde als alle aanwezigen op een goede manier kunnen deelnemen aan het gesprek. Als we in zo’n gesprek een bepaalde diepgang nastreven, legt dat beperkingen op aan de groepsgrootte.

Spelregels voor groothuisbezoek 

  1. Wat in deze bijeenkomst aan elkaar wordt verteld, is vertrouwelijk en blijft binnen de groep. 
  2. We willen geloven zien als een werkwoord, ‘werk in uitvoering’. Geloven is als een weg die je zoekend met anderen gaat.
  3. Twijfel mag geuit worden. 
  4. Het gaat niet om geloofswaarheden, maar om persoonlijk geloven. We geloven vaak met vallen en opstaan (zoals Gods volk in de woestijn). 
  5. We gaan respectvol met elkaar om. De (geloofs)beleving van de een is even belangrijk als die van de ander. Dat staat allemaal naast elkaar. Het vult elkaar misschien zelfs aan. 
  6. Om allemaal tot ons recht te kunnen komen gaan we met elkaar in gesprek. Dat is iets anders dan het houden van een monoloog. We proberen elkaar te begrijpen en vragen zo nodig om verduidelijking. 
  7. Geef elkaar de tijd. De een heeft meer tijd nodig om woorden te vinden dan de ander.
  8. Vertel niet meer dan u zelf kwijt wilt. Als u een vraag niet wilt beantwoorden, zeg dan gewoon dat u er niet op in wilt gaan. 
  9. De gespreksleider is niet meer deskundig dan de kringleden.
  10. Vragen sluiten altijd aan bij wat de verteller zegt. Het gaat dan om verduidelijking of uitbreiding van het geen al gezegd is. 
  11. We leggen elkaar geen woorden in de mond: ‘Bedoel je soms ...’
  12. Meer dan wijzen op spelregels maakt de eigen open houding naar de ander de sfeer en nodigt uit tot eenzelfde soort houding. 
  13. Als u merkt dat u wilt gaan discussiëren, buig uw reactie dan om naar een vraag om verduidelijking. 

Tips voor de gespreksleiding 

  1. Bereid u goed voor op het groothuisbezoek. 
  2. De gastvrouw/heer is bij voorkeur niet ook gespreksleider. 
  3. Het ‘draaiboek’ dient als leidraad voor de avond, het is geen dictaat.
  4. Laat iedereen zo gaan zitten dat ze elkaar kunnen zien. 
  5. Geef ieder de gelegenheid vrij en open te zijn of een mening te geven. 
  6. Verhalen en geschiedenissen van mensen zijn waardevol als ze met het onderwerp in verband kunnen worden gebracht. Probeer lange uitweidingen over ‘zijpaden’ te voorkomen. 
  7. Een gespreksleider geeft de aanzet tot een gesprek (geen eigen mening of visie naar voren brengen). 
  8. Stimuleer dat mensen op elkaar reageren. Dan ontstaat gesprek.
  9. Vat het gesprek samen als een bepaald gedeelte wordt afgerond of als het nodig is de grote lijn weer even in beeld te brengen. 
  10. Aan het einde van het gesprek kunnen de belangrijkste zaken nog eens met elkaar naar voren worden gehaald. Heeft iedereen dat als belangrijk of waardevol ervaren? 
  11. Het programma en de gespreksvragen zijn bedoeld om een gesprek op gang te brengen. Ze hoeven niet per se allemaal aan de orde te komen als in het gesprek alles toch aan bod komt.
  12. Wees erop bedacht dat iedereen aan het woord komt: man en vrouw, oud en jong, stil en graag sprekend, rationeel en emotioneel.
  13. Een nieuwe gespreksvraag kan soms een goede aanleiding zijn iemand die nog weinig of niets heeft gezegd als eerste om een reactie te vragen. 

Opzet van het groothuisbezoek ‘Het goede leven’


Opening 
Welkom aan de deelnemers. Open deze bijeenkomst op een manier die bij de groep en bij u past. Dat kan een gebed en/of bijbellezing zijn, of een mooi gedicht. 

Introductie van het thema
Geef een korte introductie op het thema ‘Het goede leven’. Vul het thema niet te veel in, laat het zo open mogelijk.

Werkvormen (kies er één uit)

Reageren op een vraag
Een ieder heeft papier en een pen. Stel de vraag: ‘Wat is voor u het goede leven?’ en / of ‘Wat is voor u goed leven?’ Laat de deelnemers de vraag in stilte overwegen. Geef hen de gelegenheid om iets (voor zichzelf) op te schrijven, om gedachten vast te houden of te ordenen. Stel de vraag na een aantal minuten nog eens en kijk wie wil reageren. Dat hoeft niet op het rijtje af en het is zeker geen overhoring van wat mensen hebben opgeschreven. Laat het een beetje spontaan gebeuren, maar zorg wel dat iedereen aan bod komt. Geen gesprek of discussie hierover! Eventueel kunt u als gespreksleider toestaan een verhelderende vraag te stellen. 

Fototaal
Indien mogelijk: ga in een kring zitten. Leg op tafel (of elders) allerlei foto’s/afbeeldingen neer. Zorg voor een gevarieerd aanbod. Stel de vraag: ‘Wat is voor u het goede leven?’ of ‘Wat is voor u goed leven?’ Loop in stilte langs de foto’s/afbeeldingen en overweeg de vraag voor uzelf. Als de deelnemers alle foto’s bekeken hebben (door daadwerkelijk door de ruimte te lopen), laat hen dan een foto kiezen die verbeeldt wat voor hen het goede leven is of oproept. Met andere woorden: een foto waarbij men bepaalde gedachten over het goede leven heeft. Als iedereen gekozen heeft gaat u weer in de kring zitten. Laat een ieder haar/zijn foto tonen en vertellen waarom de foto gekozen is. Geen gesprek of discussie hierover. Eventueel kunt u als gespreksleider toestaan een verhelderende vraag te stellen.

Stille-wanddiscussie
Hang ergens in de ruimte een groot vel papier op en zorg voor voldoende gekleurde stiften. Schrijf in grote letters op het papier (in het midden) de woorden ‘Het goede leven’’. Vertel de deelnemers dat ze daarop mogen reageren. Op de zin zelf, maar ook op reacties van anderen. Alles mag: woorden erbij zetten, hele zinnen, vraagtekens of uitroeptekens. Wat niet mag is doorstrepen wat een ander geschreven heeft. Wat ook niet mag is praten. Wees niet bang voor de stilte en als er even niets gebeurt. Bespreek na verloop van tijd kort wat er gebeurd/geschreven is. 

Pauze met thee en koffie 

Bijbellezen          

  1. Lees Deuteronomium 30:15-20 hardop, met extra nadruk op vers 20: ‘Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen.’ Schrijft deze zin eventueel op. Vraag de deelnemers wat deze tekst bij hen oproept. Kunnen ze het verbinden aan ‘het goede leven’? 
  2. Lees met elkaar de korte duiding van ds. Van Halsema (zie hieronder) bij deze tekst. Geef de mensen de tekst in handen. Vraag na een moment van stilte naar ieders reactie. Ga hierna met elkaar in gesprek.

Sluiting

Bedank de mensen voor hun aanwezigheid en deelname aan het gesprek, en sluit af met een gedicht, gebed of lied. 

 

[tekst om te kopiëren voor de deelnemers]

Kiezen voor de toekomst is ‘te doen’
‘De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik.’ (Deut. 30:11) Dat is goed om te horen, het is ‘te doen’, maar over welke geboden gaat het? En tot wie wordt het gezegd? Het is goed ons te realiseren dat we hier mee luisteren naar Mozes als hij – namens de ENE – spreekt tot zijn eigen volk, Israël, over de leefregels binnen het verbond met de ENE. Maar ook christenen – meestal niet-joden – mogen leven binnen een liefdesrelatie met Hem. En dat betekent dat je op God mag vertrouwen, bij alle wederwaardigheden van het leven, maar óók dat Hij van ons op aan moet kunnen: ‘It takes two to tango.’ De ENE hoopt dat wij kiezen voor Hem door te kiezen voor onze toekomst. We weten inmiddels wel dat wij de toekomst van de mensheid in eigen hand hebben; het klimaatprobleem wordt door menselijk handelen veroorzaakt. Maar het valt nog niet mee om het roer echt radicaal om te gooien en andere keuzes te maken. Een deel van de bevolking wil de feiten niet onder ogen zien, en politici kunnen of willen niet de keuzes maken die nodig zijn om de ontwrichting van het klimaat te voorkomen. Hopelijk zijn christenen wél bereid om – in elk geval in hun eigen persoonlijke leven – de keuzes te maken die nodig zijn voor de toekomst van henzelf en die van hun kinderen. Het zal vast wat kosten, maar toch: het zal best ‘te doen’ zijn. 

Alice van Halsema, predikant in de gereformeerde kerk van Geldermalsen