Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Kerkelijk noodfonds oprichten - een stappenplan

Pijl naar links Ideeën

Op verschillende plekken in Nederland zijn diaconieën betrokken bij een kerkelijk noodfonds. Een kerkelijk noodfonds biedt tijdelijk financiële of materiële hulp aan mensen die te maken hebben met geldnood door persoonlijke omstandigheden of het niet op tijd ontvangen van gelden van uitkeringsinstanties. 

Een kerkelijk noodfonds

  • is er voor iedereen binnen de grenzen van de eigen burgerlijke gemeente;
  • voor zaken waar geen andere voorzieningen voor zijn;
  • werkt snel en zorgvuldig, aanvragen worden binnen 1 à 2 dagen behandeld;
  • stemt af en werkt samen met hulpverlenende instanties met behoud van de onafhankelijke positie;
  • stemt de eigen werkwijze en criteria af op de lokale context.

De meeste kerkelijke noodfondsen werken interkerkelijk, waardoor krachten gebundeld worden in de samenwerking met andere organisaties en de lokale overheid.

Werkwijze noodfonds

Een kerkelijk noodfonds biedt geen structurele hulp of begeleiding. Het kan wel doorverwijzen naar hulpverleningsorganisaties, waardoor in een vroeg stadium van de problematiek begeleiding en ondersteuning gegeven kan worden. Via goede algemene voorlichting en persoonlijke adviezen kan een noodfonds mensen informatie geven en de weg wijzen naar het juiste loket of helpen bij het invullen van formulieren. Andersom kunnen hulpverleners hun cliënten doorverwijzen naar het noodfonds. Daarnaast kan het noodfonds contact onderhouden met (groepen) mensen die op of onder het minimum leven, en hen bijvoorbeeld wijzen op de mogelijkheden van subsidie, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen of bijzondere bijstand. Goed contact met de lokale overheid is belangrijk, bijvoorbeeld via de verantwoordelijke wethouder of de sociale dienst.

Opstarten kerkelijk noodfonds in 10 stappen
Het opstarten van een kerkelijk noodfonds is maatwerk in 10 stappen.

1. Initiatiefnemer stelt werkgroep samen

Vorm een groepje van enthousiaste mensen, de werkgroep. 

De werkgroep onderzoekt de mogelijkheden en richt een kerkelijk noodfonds op. Het noodfonds moet vervolgens bemenst worden door vrijwilligers die affiniteit hebben met de doelgroep, goed kunnen luisteren en zich inleven, kennis hebben van de sociale kaart en relevante regelgeving, enkele uren per week beschikbaar zijn en bereid zijn om een training te volgen.

2. Vraag ondersteuning bij Kerk in Actie

Neem hiervoor contact op via info@kerkinactie.nl.

3. Zoek samenwerking met andere kerken

Zoek samenwerking met andere kerken in de burgerlijke gemeente en vorm een bestuur. 

Voer het gesprek met andere lokale kerken die mogelijk mee willen doen in het noodfonds. Voordelen van samenwerking zijn onder meer:

  • dat er één aanspreekpunt is voor zowel hulpvragers als lokale overheid en maatschappelijke organisaties
  • dat het fonds gezamenlijk wordt voorzien van financiële middelen
  • dat er als gezamenlijke kerken een groter netwerk is om vrijwilligers te werven
  • dat grote en kleine gemeenten/parochies als gelijkwaardige partners samen optrekken.

4. Voor wie is wat nodig?

Bepaal de doelgroep. Wat wordt er al voor hen gedaan? Waar kunt u hen vinden? Inventariseer ook wat er al is aan hulpverlening voor deze doelgroep door professionele en vrijwillige hulpverleningsorganisaties. 

Om uw doelgroep te bepalen, kunt u denken aan de volgende risicogroepen:

  • mensen zonder betaald werk
  • alleenstaande ouders met kinderen
  • mensen met psychische problemen
  • asielzoekers
  • ouderen (65-plussers, alleen of beperkt AOW)
  • mensen met een chronische ziekte of beperkingen
  • mensen die te maken hebben met een restschuld hypotheek
  • gezinnen waarin slechts één persoon betaald werk heeft
  • zzp’ers/kleine ondernemers. 

U kunt hen op het spoor komen via:

  • een fijnmazig netwerk van bezoekmensen/predikant/ouderlingen/diakenen
  • familie/buren/bekenden
  • inloophuis, maaltijdproject, voedselbank e.d.
  • hulpverleningsinstanties/professionele begeleiders (interne begeleider op school, huisarts, fysiotherapeut, tandarts).

Ook kunt u ervoor zorgen dat mensen het noodfonds zelf weten te vinden, via bijvoorbeeld flyers, een website, een link naar het noodfonds op andere websites, het kerkblad en de lokale krant.

5. Zet een netwerk op

Oriënteer u op mogelijke samenwerkingspartners. 

Denk aan kerkelijke (ook de plaatselijke moskee) en burgerlijke partners, aan maatschappelijke organisaties als de Voedselbank, SchuldHulpMaatje, stichting Leergeld, kringloopwinkels, ruilwinkels, repaircafé, stichting Vluchtelingenwerk. Maar ook het inloophuis, het seniorencafé, stichting Present, het buurthuis, de bibliotheek. Bespreek de knelpunten en gebreken in het aanbod. Kunt u gebruik maken van elkaars expertise?

6. In gesprek met de lokale overheid

De burgerlijke overheid is verantwoordelijk voor plaatselijke armoedebestrijding. Een kerkelijk noodfonds is aanvullend op de bestaande voorzieningen en regelingen. Hoe kan de samenwerking tussen burgerlijke gemeente en noodfonds eruitzien? 

Ga in gesprek met de gemeente over wat gemeente en noodfonds over en weer voor elkaar kunnen betekenen. Stel uzelf als organisatie vanuit de kerk voor en licht uw belang toe: het opsporen van personen voor wie nu of in de toekomst knelpunten ontstaan als het gaat om armoede, het in kaart brengen van voorliggende voorzieningen, en het zoeken naar samenwerking met professionele en vrijwilligersorganisaties in het belang van mensen die tussen wal en schip dreigen te vallen. Vraag specifiek naar wat de gemeente doet m.b.t. armoede en welke beleidsambtenaar en wethouder hiervoor verantwoordelijk zijn. Vertel wat u signaleert op het gebied van armoede en waar u knelpunten voorziet. Vraag naar de bestaande regelingen, ook voor kinderen. 

7. Kies een rechtspersoon

Maakt u gebruik van een bestaande stichting? Wellicht is uitbreiding van het bestuur nodig. Heeft een nieuwe rechtspersoon/stichting de voorkeur? Vorm dan een nieuw bestuur. 

Het kerkelijk noodfonds kan vallen onder een diaconie of een diaconaal platform, met of zonder eigen rechtspersoon. 

Met een eigen rechtspersoon zijn er drie mogelijkheden om het noodfonds in een stichting onder te brengen.

  1. Het diaconaal platform (of beraad) richt een stichting op die onder het platform wordt geplaatst. 
  2. Er wordt een aparte stichting opgericht; kerkelijk, interkerkelijk, particulier of gemengd.
  3. Het Noodfonds sluit zich aan bij of wordt onderdeel van een bestaande stichting waar een logisch verband is tussen doelstelling, doelgroep e.d. 

De werkgroep die zich bezighoudt met het oprichten of doorontwikkelen van het noodfonds kan uitzoeken welk model en welke variant de voorkeur heeft. 

Zonder eigen rechtspersoon zijn er twee mogelijkheden

  1. Meerdere diaconieën en evt. parochies van verschillende kerken richten gezamenlijk het noodfonds op. Het noodfonds wordt aan de diaconie van één kerk gekoppeld en er wordt een aparte bankrekening geopend. 
  2. Het noodfonds valt onder een diaconaal platform of beraad. Een diaconaal platform als overlegvorm van meerdere diaconieën van diverse kerken en geloofsgemeenschappen heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid. Het is organisatorisch en juridisch een vrijblijvende organisatievorm. Dat is voor veel onderwerpen op de agenda prima. Als projecten worden opgezet waarvoor bijv. fondsen geworven moeten worden en regelmatig betalingen gedaan dienen te worden, komt het moment om zaken te formaliseren zodat kwesties rond verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid goed geregeld zijn.

Tip: Veel notariskantoren bieden een deel van hun diensten pro Deo aan.

N.B. Bij het oprichten van een stichting is voorafgaande toestemming nodig van het RCBB, het regionaal college voor de behandeling van beheerszaken. Kijk voor contactgegevens op protestantsekerk.nl/kerkbeheer.

8. Stel de werkwijze van het noodfonds vast

Wat is de werkwijze van het noodfonds? Melden hulpvragers zich rechtstreeks aan of via de hulpverlening? Hoe vindt de intake plaats en wat is daarbij van belang? Leg de werkwijze vast in een huishoudelijk reglement. 

Intake
De intake voor individuele hulpvragen vindt op diverse manieren plaats; door een hulpverleningsinstantie, door eigen mensen (met en zonder training), per e-mail, op een huisbezoek of tijdens een spreekuur in een ruimte bij de kerk of een ander gebouw. De intake wordt gedaan via een hulpverleningsinstantie als de Voedselbank, maatschappelijk werk of de coördinator van SchuldHulpMaatje. Bij de intake door het noodfonds beslissen meerdere vrijwilligers samen of de betaalde kracht - als die er is - met het bestuur op de achtergrond.

Van belang bij de intake is onder meer de privacygevoeligheid van informatie (wat kun je als noodfonds wel en wat kun je niet vragen), het respecteren van de waardigheid van de hulpvrager, het belang van een goede verhouding tussen nabijheid en afstand, het kunnen inschatten wat nog meer nodig is, en kennis hebben van de sociale kaart van de gemeente.

Tijdens de intake worden naam, adres en woonplaats van de hulpvrager genoteerd, en de hulpvraag en de uit te voeren acties worden schriftelijk vastgelegd. Ook wordt vastgelegd of iemand wordt doorverwezen naar en gevolgd in een hulpverleningstraject. 

Vastleggen
Leg in een overeenkomst vast in welke vorm (geld, bonnen, lening, goederen) en voor welk bedrag het noodfonds hulp biedt, en welke afspraken zijn gemaakt over terugbetalen. Ook is een toestemmingsverklaring aan te raden, waarin schriftelijk wordt vastgelegd dat de hulpvrager toestemming geeft aan een medewerker van het noodfonds (noteer naam en zet een handtekening) om contact op te nemen met werkgever, bank, schuldeisers of de gemeente. Doel daarvan is een beter beeld te krijgen van de financiële situatie van betrokkene en een afweging te maken of hulp van het noodfonds toegekend zal worden.

Besluiten nemen
Een stichting moet beschikken over statuten. Hierin zet u alles wat minstens vijf jaar zal blijven gelden. Regel hierin bijvoorbeeld hoe besluiten worden genomen, hoe verantwoording plaatsvindt en hoe het noodfonds zijn kerkeigen karakter behoudt. Een huishoudelijk reglement (niet verplicht) bevat regels en richtlijnen in aanvulling op de statuten. Leg hierin afspraken, regels en richtlijnen vast die mogelijkerwijs op korte of middellange termijn kunnen wijzigen. 

Bekendheid geven
Pastorale bezoekers en vrijwilligers kunnen mensen doorverwijzen. Daarnaast kan er bekendheid aan het noodfonds worden gegeven via een folder en een regelmatige mededeling in het kerkblad en lokale kranten. Plaatselijke kranten en huis-aan-huisbladen kennen de mogelijkheid van free publicity. Koppel een informatief stukje aan iets met nieuwswaarde, bijvoorbeeld de start van uw fonds, een nieuwe samenwerkingspartner of een kerstpakkettenactie.

Hier vindt u tips voor het opstellen van een persbericht voor lokale media.

9. Maak afspraken over inkomsten

Maak een plan voor het verkrijgen van inkomsten. 

Denk naast bijdragen uit participerende kerken aan bijdragen van de burgerlijke gemeente, het bedrijfsleven of particulieren. Of organiseer fondsenwervende activiteiten, zoals een rommelmarkt of concert.

10. Start het noodfonds: communiceer!

Maak een officieel moment van de start van het noodfonds. 

Communiceer vóór de definitieve start goed met de burgerlijke gemeente en andere maatschappelijke (hulp- en zorg)organisaties, zodat zij kunnen doorverwijzen. Zorg voor de nodige PR (een artikel in het kerkblad, een persbericht naar de lokale kranten, een interview op de lokale radio/tv). 

En tot slot: onderhoud het netwerk, blijf voortdurend evalueren en stel waar nodig de werkwijze bij.