Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Stappenplan oprichten jeugdraad

Pijl naar links Ideeën

Wil je dat je gemeente een thuisplek is voor kinderen en jongeren? Zoek je een manier om kinderen en jongeren mee te laten denken over ‘grote’ vragen in je gemeente maar weet je niet hoe? Deze tool helpt je om je plannen uit te voeren.

Met drie te doorlopen stappen kun je kinderen en jongeren om advies vragen, en ook echt iets met hun inbreng doen. Hieronder krijg je een kort overzicht van het stappenplan met daarna een toelichting bij iedere stap en een voorbeeld hoe deze uit te voeren. 

Kort stappenplan

Nodig: een vraag binnen de kerk waar nog geen vaststaand antwoord op is en waar creatieve inbreng wordt gewaardeerd. 

  • Stap 1: Informatie ophalen
    De bedenker van de vraag (de opdrachtgever) presenteert de vraag aan de kinderen of jongeren. Deze opdrachtgever deelt de voorwaarden waar het idee aan moet voldoen.
    De kinderen of jongeren stellen vragen aan verschillende betrokkenen (mensen die iets te maken hebben met de vraag).
  • Stap 2: Brainstormen en uitwerken
    De kinderen of jongeren bedenken in een groep of meerdere groepjes verschillende ideeën.
    Uit de ideeën kiezen de kinderen of jongeren (per groepje) een idee dat zij het beste vinden. De kinderen of jongeren maken een creatieve presentatie van het gekozen idee.
  • Stap 3: Ideeën presenteren
    De kinderen of jongeren presenteren hun idee aan de opdrachtgever en betrokkenen. Bij meerdere groepjes kiest de opdrachtgever een idee. Er wordt een planning gemaakt voor het uitvoeren van het idee.

Hieronder een toelichting bij de drie stappen. In het voorbeeld wordt het woord kinderen gebruikt, maar je kunt hier ook jongeren lezen.

Stap 1: Informatie ophalen

Er is een vraag uit de gemeente gekomen waar jullie met de kinderen een oplossing voor mogen bedenken. Het is belangrijk dat degene met de vraag deze vraag komt toelichten. De kinderen kunnen op deze manier makkelijk om extra toelichting vragen. 
De vraagsteller geeft de kinderen een aantal voorwaarden waar het idee aan moet voldoen. Daardoor weten de kinderen waar ze rekening mee moeten houden en zijn de ideeën beter uitvoerbaar. 
Na de presentatie van de vraag bedenken de kinderen welke mensen allemaal een rol spelen bij de vraag. Ze stellen een aantal vragen voor de betrokkenen op. 

Nodig

  • post-its
  • een groot vel (A1)
  • schrijfpapier
  • pennen

Bijeenkomst 1
De kinderen zitten in de kring, samen met de opdrachtgever. De opdrachtgever vertelt in het kort over de vraag waar de kinderen over mee mogen denken. 
Hang een groot vel op met de woorden:
wat?
waarom?
wie?
wanneer?
hoe?
De kinderen bedenken of ze na de toelichting van de opdrachtgever weten wat van hen verwacht wordt, waarom dit een goede vraag is, wie er allemaal betrokken zijn, wanneer het uitgevoerd moet worden en hoe ze dat moeten doen. Ze schrijven hun antwoorden op deze vragen op post-its en hangen ze bij het juiste woord op het grote vel.

Vragen verzamelen
Kijk met elkaar naar het vel. Klopt het wat de kinderen denken? Zijn er verschillen tussen de antwoorden op de post-its? Zijn er vragen waar de kinderen nog geen antwoord op weten? De opdrachtgever kan toelichten. 

Sta wat langer stil bij het kopje wie. Om tot een goed idee te komen is het verstandig om met verschillende betrokkenen te spreken. Als er meer dan 5 kinderen zijn, kun je ze verdelen in kleinere groepjes. Laat de verschillende groepjes bedenken wat ze aan de betrokkenen willen vragen, zoals: Hoe maakt u nu gebruik van X? Heeft u ideeën voor een oplossing?

Vertel de kinderen dat op de volgende bijeenkomst een aantal betrokkenen langskomt. De kinderen kunnen dan hun vragen stellen. Bewaar de vragen die de groepjes hebben bedacht.

Stap 2: Brainstormen en uitwerken

De kinderen bedenken (in groepjes) mogelijke ideeën. Het idee dat ze het beste vinden en dat goed aansluit bij de voorwaarden werken ze uit. Zo kunnen ze een poster maken, een filmpje of een moodboard waarop ze hun idee verder uitwerken. Het groepje bedenkt ook wat ze gaat vertellen tijdens de presentatie. Om de kinderen op weg te helpen geef je ze een maximum aantal minuten om te presenteren en oefen je de presentatie.

Nodig

  • interviewvragen van de groepjes
  • A3-vel per groepje kinderen
  • pennen

Nodig voor de bijeenkomst een aantal betrokkenen uit. Dit kunnen ouders zijn, kinderen of jongeren van een andere leeftijd, of andere mensen uit de gemeente. Het zijn de mensen die iets te maken hebben met de vraag die is gesteld. 

Bijeenkomst 2 
De kinderen gaan in groepjes zitten. Vertel de kinderen wie je voor deze bijeenkomst hebt uitgenodigd. Vertel dat ieder groepje steeds 5 minuten vragen mag stellen aan de betrokkene. Eén persoon in het groepje is de notulist: hij of zij schrijft de antwoorden van de betrokkenen op. Zijn de kinderen jonger dan 10 jaar? Laat dan bij ieder groepje een volwassene zitten die de antwoorden opschrijft. Na 5 minuten kijkt het groepje samen met de betrokkenen naar de antwoorden: was dit wat hij of zij wilde zeggen of zijn er nog aanvullingen? Vervolgens spreekt ieder groepje een andere betrokkene. 

Brainstormen en kiezen
De kinderen gaan in groepjes aan de slag met het bedenken van mogelijke ideeën als oplossing voor het probleem. Geef ieder groepje een groot vel papier, verdeeld in een aantal vakjes zoveel als er kinderen in het groepje zitten, plus een extra vak in het midden van het blad (bij een groepje van 4 kinderen verdeel je het blad in 5 vakken). Geef de kinderen allemaal een pen. Ze krijgen 5 minuten om in hun eentje zo veel mogelijk ideeën te bedenken en op te schrijven. Daarna bespreken de groepjes de ideeën met elkaar:

  • Zijn er overeenkomsten tussen de ideeën?
  • Welk idee spreekt het groepje het meest aan?
  • Welk idee past het best bij wat de betrokkenen hebben gezegd?
  • Past dit idee ook bij de voorwaarden van de opdrachtgever? 

Als het groepje een idee heeft gekozen, of er een gezamenlijk nieuw idee van heeft gemaakt, schrijft ze dit op in het overgebleven vak. Daarna stelt ze dit idee voor aan de leiding. Als leiding kijk je mee of het idee daadwerkelijk aan de voorwaarden van de opdrachtgever voldoet en geef je tips om het idee (beter) aan te laten sluiten bij de voorwaarden. 

Probeer als leiding alleen naar de voorwaarden te kijken en niet je eigen mening mee te laten spelen. Ook al zie jij het idee niet direct zitten, als het aan de voorwaarden voldoet kan het groepje er toch mee aan de slag.

Bespreek ten slotte met de groepjes hoe ze hun idee willen presenteren en wat ze daarvoor nodig denken te hebben. Willen ze bijvoorbeeld een poster maken of een video? Schrijf de benodigdheden op. De volgende keer gaan de groepjes aan de slag met het maken van hun presentatie. 

Bijeenkomst 3

Nodig

  • materiaal voor de presentaties
  • Zorg dat de materialen die de kinderen nodig hebben klaarliggen. Regel een stopwatch voor ieder groepje. 

Presentaties maken en oefenen
Ga met de kinderen in een kring zitten. Vertel dat ze deze bijeenkomst de presentatie maken die tijdens de volgende bijeenkomst gepresenteerd wordt aan de opdrachtgever (en eventueel belanghebbenden). De presentatie mag 5 minuten duren. Met behulp van de stopwatch kunnen de groepjes hun presentatie oefenen. 
De kinderen werken door tot ze klaar zijn of tot er nog een kwartier over is. Het laatste kwartier besteden de kinderen aan het oefenen van hun presentatie. Lukt het binnen 5 minuten? Doet de apparatuur het? 

Stap 3: Ideeën presenteren

De kinderen presenteren per groepje hun idee aan de opdrachtgever, bijvoorbeeld de kerkenraad of een commissie. Het is fijn dat de opdrachtgever niet alleen komt, maar met een groepje. De opdrachtgever mag na iedere presentatie vragen stellen. Na alle presentaties stemmen de opdrachtgevers op een idee. Ten slotte besluiten de kinderen en de opdrachtgever samen hoe het idee uitgewerkt gaat worden en hoe de kinderen bij de uitvoering betrokken worden. 

Nodig

  • wat te drinken en wat lekkers erbij
  • de presentaties van de kinderen
  • Nodig de opdrachtgever en eventueel andere betrokkenen uit voor de bijeenkomst. Het is fijn als er meer dan één persoon komt. 

Bijeenkomst 4
Heet de opdrachtgever welkom en vertel dat de kinderen in groepjes aan de slag zijn gegaan met de opdracht. De groepjes presenteren nu om de beurt hun idee. Na iedere presentatie mag de opdrachtgever (of een van de betrokkenen) 3 vragen stellen.

Na de presentaties hebben de kinderen even pauze met wat te drinken en wat lekkers. Maak het een beetje feestelijk. De opdrachtgever en de betrokkenen overleggen welk idee ze het meest geschikt vinden en hoe het kan worden uitgevoerd. 

Vervolgens wordt het gekozen idee bekendgemaakt. De opdrachtgever vertelt hoe hij of zij het uit wil werken. Betrek de kinderen bij de uitwerking, misschien moet er iets gemaakt worden waar ze bij kunnen helpen of kunnen ze meehelpen met de organisatie. 

Andere ideeën

binnen het programma Impact