Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Veelgestelde vragen

Hoe stel je beleid 'veilig gemeente' op?

Hierbij een mogelijke structuur voor het opzetten van plaatselijk beleid voor een veilige gemeente.

Inleiding

Redenen waarom de kerkenraad kiest voor een beleid Veilige Gemeente.

Bewustwording

De basis voor het beleid is bewustwording binnen de gemeente. Bewust zijn van machtsongelijkheid onder gemeenteleden en de effecten daarvan. Machtsverschillen tussen groepsleiding en deelnemers in het jeugdwerk, tussen ouderling en pastorant, tussen diaken en cliënt, tussen vrijwilliger voor hand- en spandiensten en gemeentelid. Het effect kan zijn dat iemand met meer macht grensoverschrijdend gedrag vertoond. De ander ervaart dat in eerste instantie niet als storend of wil daar geen aandacht aan besteden. Tot het gevoel van veiligheid wordt aangetast.

  • Erkennen dat dit grensoverschrijdend gedrag ook in de eigen gemeente voorkomt.
  • Bewust zijn dat alle gemeenteleden recht hebben op een veilig gemeente.
  • Vasthouden van de aandacht voor het onderwerp: op beleidsniveau regelmatig agenderen van ‘veilig jeugdwerk’ en ‘veilige gemeente’; wat doen we, gaat het goed en wat kan beter
  • Erop toezien dat in bijeenkomsten (gespreksgroepen, clubwerk, catechese, vieringen) zo nu en dan gebruikgemaakt wordt van activiteiten en werkvormen die bewustwording over veiligheid bij de gemeenteleden, van oud tot jong, vergroot.

Preventie

Instrumenten

  • Benoemen van vertrouwenspersonen die zichtbaar zijn voor gemeenteleden, laagdrempelig te benaderen en functioneren als ‘ambassadeur’ voor veilige gemeente en veilig jeugdwerk.
  • Zorgvuldige selectie van vrijwilligers en hun geschiktheid periodiek vaststellen.
    VOG’s vragen aan vrijwilligers en beroepskrachten die werken met minderjarigen en mensen in een kwetsbare positie.
  • Vrijwilligers en beroepskrachten een gedragscode laten ondertekenen (voor predikanten en kerkelijk werkers is een door de synode vastgestelde gedragscode, deze geldt al voor hen).

Interventie

Zie routekaart voor vertrouwenspersonen en plaatselijk meldprotocol

 

(Na)zorg

  • In preek en liturgie rekening houden met slachtoffers van machtsmisbruik of andere misstanden (woordkeuze in gebeden, liedkeuze).
  • Nazorg en pastorale zorg geven aan slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in de gemeente.
  • Nazorg en pastorale zorg geven aan daders van grensoverschrijdend gedrag in de gemeente. Dit kan niet dezelfde persoon zijn die het slachtoffer begeleidt.

Sommige gemeenteleden zijn slachtoffers of daders van incest, huiselijk geweld, vormen van machtsmisbruik en bedreigende situaties in het werk (ambulancepersoneel, militairen, politie, werkenden in de zorg en hulpverlening) of elders of van criminaliteit. Zorg ervoor dat ook zij zich in uw gemeente veilig voelen. Zij willen gehoord, gezien en erkend worden. We hebben vaak de neiging weg te kijken of niet het geduld op te brengen hen blijvende aandacht en zorg te geven.

Communicatie

Beschrijf via welke communicatiemiddelen en op welk moment u dit beleid onder de aandacht van uw gemeenteleden brengt. En in welke communicatiemiddelen informatie een vaste plek krijgt, bijvoorbeeld de namen en contactgegevens van de vertrouwenspersonen.

Vasthouden van beleid

Beschrijf ook op welke manier u de aandacht voor een veilige gemeente vasthoudt. Bijvoorbeeld door het onderwerp te agenderen in de jaargesprekken, op de kerkenraad te bespreken aan de hand van het jaarverslag van de vertrouwenspersonen, een themadienst, onderwerp in de catechese, enz.