Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Woord en Sacrament: Paasrevolutie

Het woord revolutie ligt niet lekker. Het roept beelden op van barricades, gevechten, brand en moord, veel ellende. Of het nieuwe inderdaad beter is, moet je maar afwachten. De onderdrukker ervaar je als een kwaad, maar menigmaal blijkt de bevrijder uiteindelijk uit hetzelfde vaatje te tappen.

Oorspronkelijk is revolutie helemaal niet zo’n radicaal begrip. Het werd gebruikt voor het terugrollen van een boekrol. De sterrenkijkers gebruikten ‘revolutie’ voor de omwentelingen van hemellichamen. Tot het rond 1700 een allesbehalve onschuldige omwenteling gaat betekenen. Revolutie wordt het woord voor een plotselinge verandering in politiek en maatschappij. Soms geweldloos, en dan spreekt men van een fluwelen revolutie. Ze krijgen bloemennamen: anjer (Portugal 1974), rozen (Georgië, 2003), jasmijn (Tunesië, 2011). Maar veel talrijker zijn de omwentelingen die met veel geweld gepaard gaan. Ik begin maar niet aan die lijst.

In geen enkele Nederlandse Bijbelvertaling, oud of nieuw, wordt het woord revolutie gebruikt. Zelfs de wijze sterrenkijkers zien geen omwentelingen maar een stille, vaste ster die hen naar het koningskind leidt. Alleen de oude Latijnse vertalingen gebruiken het woord. In de paasverhalen in de Evangeliën wordt de steen voor het graf van Christus weggerold, afgewenteld. Geen enkele christen zal daarbij echter aan revolutie in de huidige betekenis hebben gedacht. Terwijl het uiteindelijk de meest indringende omwenteling blijkt te zijn.

Keer je om

Een wél vaak in de bijbel gebruikt woord hangt samen met terugkeren, omkeren, bekeren, tot inkeer komen. Aan die oproep wordt soms wel, soms geen gehoor gegeven. Ninevé luistert! Nog veertig dagen, dan zal Ninevé omgedraaid worden, had Jona gezegd. De bewoners wachten er niet op en draaien zich daadwerkelijk om. Ze gaan in zak en as zitten en gaan het vanaf dat moment echt anders doen: Een revolutie in de stad, als werkelijk alles wat leeft, het kwaad van zich aflegt in een groot vasten.

Tot zo’n ommekeer wordt ook Israël opgeroepen. De uittocht uit Egypte is de door God uitgevoerde revolutie, waarbij het slavenbestaan wordt omgekeerd tot leven in vrijheid. En de troonzitters storten neer. Een geweldloze revolutie, waarbij geen dode was gevallen als Egypte haar macht niet in handen had willen houden. Maar ze balden hun vuisten om hun zwaarden en speren; met strijdwagens snelden zij achter de Israëlieten aan. Zo lopen ze dood in hun eigen geweld.

Léven als een ander mens

Israël is vrij. De revolutie is echter allerminst voltooid. Want de ommekeer, van Egypte naar Kanaän, de omwenteling, van angst naar vertrouwen, van onderdrukking naar vrijheid, van angst naar vreugde, dat moet geleerd worden.

De tocht door de woestijn wordt een permanent heen en weer. Amper drie dagen aan de andere kant van de zee en het volk wil alweer terug naar Egypte. Zo snel vergeten mensen! Wat gisteren gaarkeukens waren, zijn na drie dagen vleespotten geworden. Nog even en hun krotten zijn paleizen en de gesels waarmee ze geslagen werden zijn erepalmen. Laten we een hoofd aanstellen en terugkeren naar Egypte”, roepen ze, zelfs als de verspieders de rijke oogst van het beloofde land laten zien.

Veertig jaar moet Israël leren hoe je als vrij en verantwoordelijk mens kunt leven. Een mens wordt niet zomaar bekeerd. Er kan misschien een plotseling licht in het donker zijn, een stem in de stilte, een gevoel aangeraakt te worden maar gaan léven als een ander mens, daar heb je jaren, ja, je hele leven voor nodig.

Revolutie eindigt dus niet met de overgave of ondergang van de onderdrukker. Dat maakt een nieuwe

weg mogelijk. Maar die kan heel lang zijn. Een nieuwe weg, waarvan je je ook weer kunt afkeren: ‘Laten we teruggaan naar Egypte.’ Ze hadden ’t nog gedaan ook, als iemand anders zich als leider had opgeworpen. De vraag is alleen of ze nu weer droogvoets door de zee waren gekomen.

Blijvende revolutie

Johannes de Doper begint zijn prediking aan de Jordaan met de woorden: Bekeer je, want het koninkrijk van de hemel is vlakbij. Dat ‘koninkrijk van de hemel’ is wat in wet en profeten ‘het beloofde land’ heet. Jezus zal door de Jordaan gaan en met dezelfde woorden beginnen. Je mag ook vertalen ‘keer je om’. De NBV spreekt van inkeer, maar suggereert daarmee dat omkeer alleen iets innerlijks is. Revolutie speelt zich niet alleen in je hoofd af, maar kenmerkt je hele leven.

Met de verkiezing van Israël heeft God een permanente revolutie ingezet. Dus gaat Jezus die weg. Consequent. En christenen hebben die roeping ook. Bevrijding, én opdracht. De mens, die weet van goed en kwaad, is de mens die in vrijheid kan kiezen. ‘Kies dan het leven, kies dan de zegen,’ houdt Mozes het volk aan de rand van het Beloofde Land voor. Maar mensen zijn draaikonten. Ze moeten de oproep om God en zijn woorden van leven constant voor ogen houden, want voordat je het weet zit je weer in Egypte. Daarom hebben joden zo’n mezoeza aan de deurstijlen bevestigd. Wanneer je je huis uitgaat, wanneer je je huis binnen gaat, telkens weer je afvragen: hoe het staat met mijn ‘revolutie’, waarop ben ik bedacht, in m’n huis en in de wereld. Vragen die net zo goed voor christenen, ja voor álle mensen gelden: wat moet er in deze wereld allemaal omgekeerd worden, waar moet onrecht omgebogen worden, hoe kunnen we gebalde vuisten open maken en tot zegen laten zijn. Jood of christen, islamiet of niks, we hebben nog veel te leren.

Waarachter revolutionair

Aan het eind van de evangeliën lijkt de leer- en levensweg van Jezus en de discipelen toch weer in duigen te vallen. Wie zal ons de steen van het graf afwentelen, vragen de vrouwen zich af. Niet om met Jezus hun weg te vervolgen. Ze zijn op de vroege morgen van de nieuwe dag op weg gegaan om het lichaam van hun Jezus te zalven. Als liefdesbetuiging, als laatste groet, als je iemand definitief uit handen moet geven. Ze keren zich naar het dode lichaam van de mens die hen zo lief is geworden. Geen omkeer of revolutie, maar een verdrietig afscheid, waarna alleen de beelden en woorden uit die geweldige jaren jou voor de geest blijven staan.

Wat daar in dat graf gebeurd is, vertelt geen van de Evangelisten. Het gaat ook niet om hóé het geschied is, maar dát het geschied is. Dat het graf in de hof open is, dat is een waarachtig revolutionair gebeuren. Het grote verschil met onze revoluties is, dat dit een revolutie is die van Godswege plaatsvindt en daardoor een wezenlijk ander karakter krijgt. Ingrijpender, wezenlijker kan dit niet zijn. De omwenteling van dood naar leven. Sta op. Dat is de uitnodiging van God om de tranen van mensen af te wissen, om recht te doen, vrede te stichten en het leven te vieren.

Lang leve de revolutie!

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)