Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Gespreksmateriaal bij het jaarthema ‘Ga Mee!’

Pijl naar links Ideeën

Dit gespreksmateriaal biedt gespreksstof voor vier avonden en sluit aan bij het jaarthema ‘Ga mee! - Samen getuigen van geloof, hoop en liefde’.

Opzet

Avond 1 gaat over het Onze Vader als gebed van de wereldkerk.
Avond 2 gaat over de veelkleurigheid van de kerk naar aanleiding van Efeze.
Avond 3 gaat over gerechtigheid voor iedereen, wit en zwart.
Avond 4 gaat over gerechtigheid voor iedereen, een menswaardig bestaan zonder uitbuiting.

Met dit gespreksmateriaal kunnen kerkenraden, groeigroepen, Bijbelkringen en jeugdraden het thema gezamenlijk doordenken en beleven. 

Overweeg om bij één of meer van de gespreksbijeenkomsten enkele medegelovigen uit een Afrikaanse, Surinaamse of Antilliaanse (of gemengde/ internationale) kerk uit de buurt uit te nodigen. Zeker bij de derde bijeenkomst kan dit heel relevant én verrijkend / leerzaam zijn.

Wees wel heel alert op de gelijkwaardigheid: als voor deze optie gekozen wordt, betrek dan (ook) minimaal één persoon uit die andere kerk bij de voorbereiding, bv. de pastor of een betrokken gemeentelid uit deze kerk. Én pols van tevoren bij de gespreksdeelnemers uit de eigen gemeente of deze openstaan voor een gezamenlijke ontmoeting. Alleen met die openheid kan er immers een constructieve ontmoeting van broeders en zusters van verschillende achtergronden plaatsvinden, waar beide partijen na afloop goed op terugkijken.

Bijeenkomst 1: het Onze Vader, gebed van de wereldwijde kerk


Inhoudelijke introductie

In Nederland en wereldwijd zijn we verbonden met andere gelovigen. De gelovigen die ons voorgingen in het verleden, maar ook met andere gelovigen over de hele wereld. Zo wordt er iedere minuut ergens op wereld op zondag wel het Onze Vader gebeden. Het Onze Vader als een wolk van gebeden door 'alle heiligen' over generaties en werelddelen heen.

Maar let op: de wereldkerk is ook in Nederland te vinden. Meer dan een miljoen migrantenchristenen wonen, soms al decennialang, in ons land en brengen hun eigen spiritualiteit binnen de 'wolk van getuigen' met zich mee. Of zoals scriba René de Reuver zegt: "Ik houd niet van een grijs beeld van Christus, maar zie liever een veelkleurig mozaïek."

De 'heiligen' uit Efeze 3, ofwel de gelovigen van alle tijden en plaatsen (zie ook bijeenkomst 2), zijn natuurlijk niet heilig door hun gedrag of omdat ze bij de kerk horen, maar we zijn geheiligd omdat we door God geliefd zijn. Je hebt anderen nodig om de liefde van Christus te ervaren, te kennen en uit te dragen in de wereld. 

In het jaarthema “Ga mee!’ willen we het komende seizoen aandacht vragen voor deze beweging waarin we mee mogen gaan, samen op weg naar het Koninkrijk van God. 'We mogen dankzij onze broeders en zusters uit onze eigen kerk, maar ook uit de brede wereldkerk van allerlei kleuren en overtuigingen, ontvangen en leren wat het betekent om leerling van Jezus te zijn; wat het betekent om door Hem geliefd te zijn.'

Doel:

  • Deelnemers ontdekken wat het jaarthema ‘Ga mee!’ inhoudt. 
  • Deelnemers denken na over hun plek ik de veelkleurige stoet van gelovigen die samen de kerk vormen.
  • Deelnemers ontdekken samen manieren om aan die veelkleurigheid uiting te geven en zichzelf en hun gemeente er door te laten verrijken.
  • Deelnemers leren elkaar kennen door het samen ontdekken van wat hen raakt in Bijbelgedeelten rond het jaarthema.
  • Deelnemers kijken met een frisse blik naar het Onze Vader, gevoed door de input uit de wereldwijde kerk.
  • Deelnemers verdiepen hun geloof door samen bezig te zijn met het meest centrale gebed uit de christelijke traditie.

Nodig:

  • Apparaat om filmmateriaal te bekijken
  • Bijbels
  • Papier en pennen
  • Een uitgeprinte versie van het Onze Vader

Introductie (15 min)

  • Bekijk het filmpje van het Onze Vader in allerlei talen, waaronder de taal waarin Jezus het aan zijn leerlingen leerde: het Aramees (de vierde persoon in het filmpje, die zegt: ‘Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel’.)
  • Wees een moment stil met elkaar en laat wat je gezien hebt op jezelf inwerken. 
  • Schrijf op wat je opviel of wat je raakte of waar je een vraag bij had rond dit filmpje. 
  • Bespreek met elkaar wat je hebt opgeschreven. 
  • Het Onze Vader wordt over de hele wereld al eeuwenlang gebeden, welke versie of welke vertaling ken jij verder nog? Bijvoorbeeld in jouw dialect of in een taal van een land waar je affiniteit mee hebt, zoek dit op. 
  • Het Onze Vader begint met de aanhef: Onze Vader. Hoe werd voor jou de gemeenschappelijkheid van dat eerste woord zichtbaar in het filmpje? Ervaar je die verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen, ook als je zelf of in jouw kerk het Onze Vader met elkaar bidt? Bespreek je antwoord met elkaar. 

Verdieping (15 min)

  • Lees gezamenlijk het Onze Vader
  • Je krijgt een papier uitgereikt met daarop het Onze Vader. 
  • Onderstreep wat je aanspreekt in het gebed, zet een kruisje bij wat in het gebed volgens jou iets zegt over wie God is, zet een vraagteken als je bij een bepaald onderdeel een vraag hebt (bijvoorbeeld een bede uit het Onze Vader die je nooit zo goed hebt kunnen plaatsen). En zet een uitroepteken bij iets dat volgens jou de kerk of jou zelf tot actie oproept. 
  • Bespreek vervolgens met elkaar wat je hebt genoteerd. Wat waren overeenkomsten? Welke verschillen zijn er bij het lezen, bidden en beleven van dit bekende gebed? Het Onze Vader is heel bekend. Sprong er door deze gezamenlijke manier van kijken naar het gebed iets nieuws uit voor jullie?
  • Lees onderstaande uitspraak uit de wereldkerk over ‘Uw wil geschiede’. Reageer eens op deze uitspraak. Wat roept het bij jou op? Bespreek dit met elkaar.
    ‘Wie welvarend is, wie bezit heeft en status, roept: ’Vrede!’
    Wie minder goed af is, wie niets heeft, roept: ‘Gerechtigheid!’ (Andrew Kirk)

Verwerking (20 - 30 min.)

  • Het Onze Vader is een gebed dat gelovigen van allerlei plaatsen en tijden met elkaar verbindt. Hoe zijn jullie als kerk verbonden met de kerk van alle tijden en plaatsen? Of zouden jullie dat meer willen ervaren? Wat is hiervoor nodig?

Kies één van de onderstaande opdrachten uit:

  • Bedenk met elkaar hoe jullie meer verbinding kunnen ervaren als gemeente met de kerk van alle tijden (verleden en toekomstige generaties). Hoe kunnen jullie dit praktisch maken als gemeente? Wat is hiervoor nodig? Welke concrete actie kunnen jullie hier de komende maand voor ondernemen?.
  • Bedenk met elkaar hoe jullie meer verbinding kunnen ervaren met de wereldkerk. Hoe kunnen jullie dit praktisch maken. Welke concrete dingen kunnen jullie de komende maand of maanden doen als kerk om die verbinding meer te vinden?

Afsluiting (10 min.)

  • Gebed
  • Steek een kaars aan en bid gezamenlijk het Onze Vader
  • Liedsuggesties

Bijeenkomst 2: veelkleurigheid van de kerk


Inhoudelijke introductie
Geschenk
Vaak realiseren Nederlandse christenen zich niet dat er enorm veel christenmigranten in Nederland wonen: sommigen al enkele generaties, maar een groot deel van hen nog relatief kort. Hun aantal bedraagt ca. 1,2 miljoen hier in Nederland - tegenover ca. 1,5 miljoen leden van de Protestantse Kerk in Nederland. Een bemoedigend gegeven!

De aanwezigheid in ons land van zo ontzettend veel medegelovigen uit allerlei windstreken is een groot geschenk aan ons, christenen die hier al langer leven: een verrijking van ons geloofsleven en van ons mens-zijn. 

Spiegel
En niet in de laatste plaats: een unieke kans om een spiegel voorgehouden te krijgen! Door het in liefde aanwijzen van verschillen en het in vreugde vaststellen van verbinding kunnen we verder groeien in geloof. We leren over en weer zien wat de kern is (of zou moeten/ kunnen zijn) van het geloof, en wat slechts franje of bijzaak. 

Niet-westerse christenen kunnen Nederlandse gelovigen laten zien hoezeer onze manier van geloven beïnvloed kan zijn door een sterk seculiere, pragmatische manier van kijken, waarbij we vaak een groot gezag toekennen aan de bevindingen van de (natuur-)wetenschap en de ratio. En door hun manier van in het leven staan, met een geloof dat vaak bepalend is voor alle facetten van hun leven, tonen velen van hen de enorme kracht die het geloof kán hebben.

Ontvangers
Het is belangrijk ons te realiseren dat het christendom in oorsprong geen Westerse godsdienst is, maar dat het zijn wortels heeft in het Nabije Oosten. Ook de Bijbel is sterk Oosters gekleurd. Dit heeft gevolgen voor hoe we de Bijbel kunnen/ zouden moeten uitleggen.

Verder is het goed te beseffen dat het christendom eeuwen eerder aanwezig was in Azië en (Noord-)Afrika dan in ons deel van Europa. Wij hebben de Bijbel en het christelijk geloof ontvangen via anderen!

Doel:

  • Deelnemers ontdekken wat het jaarthema ‘Ga mee!’ inhoudt. 
  • Deelnemers denken na over hun plek in de veelkleurige stoet van gelovigen die samen de kerk vormen.
  • Deelnemers ontdekken samen manieren om aan die veelkleurigheid uiting te geven en zichzelf en hun gemeente er door te laten verrijken
  • Deelnemers leren elkaar kennen door het samen ontdekken van wat hen raakt in Bijbelgedeelten rond het jaarthema
  • Indien mogelijk (optioneel) maken deelnemers uit de PKN-gemeente kennis met geloofsgenoten uit de wijk met een migratie-achtergrond via een geloofsgesprek.

Nodig:

  • Apparaat om filmmateriaal te bekijken
  • Bijbels
  • Papier en pennen
  • Een uitgeprinte versie van het Efeze 3 voor elke deelnemer
  • Evt. Uitgeprinte versie van de liedtekst(-en) voor elke deelnemer
  • Evt. Uitgeprinte versie van de tekst over de aanwezigheid van 1,2 miljoen migrantenchristenen in Nederland (zie hierboven, onder kopjes ‘Geschenk’, ‘Spiegel’ en ‘Ontvangers’).

Introductie (15 min)

  • Bekijk met elkaar een van deze drie filmpjes: 
  • Wees een moment stil met elkaar en laat wat je gezien hebt op jezelf inwerken. 
  • Schrijf op wat je opviel of wat je raakte of waar je een vraag bij had rond dit filmpje. 
  • Bespreek met elkaar wat je hebt opgeschreven. 
  • Als lokale kerk zijn we verbonden met de veelkleurige wereldkerk waarin mensen van verschillende afkomst, leeftijd en werelddeel bij elkaar horen en dezelfde Heer belijden. Wat betekent dat voor jou persoonlijk? Schrijf dit op. Bespreek wat jullie opschreven met elkaar. 
  • Is in jullie gemeente aandacht voor verscheidenheid en veelkleurigheid? Bespreek dit met elkaar.
  • Hoe kan de veelkleurigheid van het lichaam van Christus meer aandacht krijgen in jouw kerk? Bedenk hierbij een paar dingen die jullie kunnen doen om mensen van verschillende leeftijdsgroepen of mensen van verschillende opleidingsniveaus (theoretisch of juist meer praktisch opgeleiden)  of van verschillende afkomst met elkaar in gesprek te brengen. 

Verdieping (15 min)

  • Lees* gezamenlijk Efeze 3: 1 tot en met 20.
  • Lees het daarna in stilte nogmaals voor jezelf. 
  • Onderstreep op het uitgeprinte Bijbelgedeelte steeds de woorden die gaan over de veelkleurigheid van de kerk, over samen kerk-zijn met anderen. Doe dit voor jezelf.
  • Bekijk daarna in tweetallen wat jullie op viel. Hebben jullie dezelfde dingen onderstreept?
  • Bespreek daarna plenair de vraag: Wat zegt dit Bijbelgedeelte over samen kerk zijn vanuit diverse achtergronden, leeftijd en afkomst volgens jullie?
  • Lees bovenstaande tekst over de aanwezigheid van 1,2 miljoen migrantenchristenen in Nederland, en bespreek daarna de volgende vraag: kunnen jullie als kerk ook die veelkleurigheid beleven? Wat is daarvoor nodig? (Zie evt. ook de suggesties hier helemaal onderaan: ‘Suggesties voor activiteiten’.)

*) Opmerking voor de gespreksleider bij Efeze 3,6 (-> 'dat de heidenen mede-erfgenaam zijn'): al te gemakkelijk kan hier worden begrepen: 'dat ook niet-westerse mensen Christus mogen leren kennen.' Maar dit is expliciet niet wat de Bijbel verstaat onder 'heidenen'! De Bijbelse term 'heidenen' slaat op alle mensen die niet-Joods zijn van geboorte; ook wel genoemd 'de volkeren'. Dus dat betekent dat alle Westerse én niet-Westerse mensen zonder Joodse wortels toch kunnen toetreden tot die ene wereldwijde gemeenschap van volgelingen van Jezus van Nazareth, die op zijn beurt weer volop staat in die joodse traditie van de God van Israël, van Abraham, Izaak en Jacob.:

Verwerking

Optie A
Bespreek met elkaar de volgende stellingen. 

Je kunt gewoon een aantal stellingen uitkiezen en daarover in gesprek gaan. Je kunt ook de ruimte verdelen: één deel van de ruimte is het deel voor de mensen die het eens zijn met de stelling, een deel van de ruimte is voor de mensen die het oneens zijn met de betreffende stelling. Bespreek na elke stelling de voors en tegens

  • In onze kerk lijken we allemaal nogal op elkaar.
  • In onze kerk worden kinderen, jongeren, mensen van middelbare leeftijd en ouderen allemaal even serieus genomen als gelovigen. 
  • God spreekt net zo goed door jonge kinderen als door volwassenen
  • Mensen van een andere afkomst of van een andere sociale status zie je niet echt in onze kerk
  • Ik kan me voorstellen dat mensen die niet zo lijken op de meerderheid van de mensen in onze kerk zich bij ons niet zo thuis voelen,
  • Mensen met een beperking hebben evenveel stem als mensen zonder beperking in onze gemeente
  • De kerk is soms best racistisch
  • Het is prima om kerken te hebben voor bepaalde doelgroepen (jongeren, mensen met een migratieachtergrond, doeners en denkers) want dan voel je je meer begrepen in je eigen kerk.
  • Iedereen is welkom bij ons in de kerk, het maakt niet uit wie je bent, wat je doet of wat je kunt of hoe je eruitziet. 
  • Iedereen kan helemaal zichzelf zijn bij ons in de kerk

Optie B
Maak een moodboard (collage), schilderij, of ander kunstwerk naar aanleiding van het Bijbelgedeelte uit Efeze 3, laat de veelkleurigheid en diversiteit van de kerk daarin terugkomen. Een moodboard is een collage van foto’s, tekeningen of andere afbeeldingen samengebracht om een sfeer, gevoel of idee weer te geven of op te roepen. 

Verwerking C
Gesprek in tweetallen en plenair. Lees met elkaar 1 Kor. 12:12-30.

  • Hoe zie je dit lichaam terug in jouw gemeente?
  • Het ene lid kan niet tegen het andere lid zeggen ‘ik heb je niet nodig’. Heb jij wel eens de ervaring gehad dat je ‘niet nodig’ was of niet echt mee kon doen? Zo ja, waardoor kwam dat? Bespreek dit met elkaar en deel je ervaringen. 
  • Hoe kunnen we in de kerk ervoor zorgen dat iedereen ongeacht afkomst, gender, kleur, status en leeftijd zich betrokken en gehoord kan voelen? Wat is daar nog voor nodig? Hoe zou je in jullie kerk daar aandacht voor kunnen vragen?

Afsluiting (10 min)

Sluit desgewenst af met een kringgebed waarin voor diverse groepen in en buiten de kerk gebeden kan worden. 

Bijeenkomst 3 - ‘Gerechtigheid voor iedereen’ (wit en zwart)


Doel:

  • Deelnemers ontdekken op welke manieren de Nederlandse kerken/christenen verbonden waren met de trans-Atlantische slavernij.
  • Deelnemers denken na over gebruik én misbruik van Bijbelteksten over slavernij en vrijheid.
  • Deelnemers ontdekken hoe(zeer) de erfenis van de slavernij ‘toen’ de relaties nú tussen christenen met een witte en zwarte huidskleur beïnvloedt, ook binnen Nederland.

Nodig:

  • Bijbels
  • Papier en pennen
  • Een laptop of beamer om de trailer van ‘Twelve Years a Slave’ te bekijken en het lied ‘Freedom is coming’ te beluisteren
  • Een uitgeprinte tekst van de liederen  ‘Abba Vader’ in het Nederlands en in het Surinaams (Sranan) en ‘Wat ik gedaan heb’
  • Bijbels of prints van de Bijbelteksten bij de door de gespreksleider uitgekozen gespreksthema’s: (thema 3:) Dan. 9,5; (thema 4:) Lucas 16, 9-15 en Matth. 21, 13-14; (thema 5:) Efeziërs 6, 5-8; Filemon 16; Exodus 2,16 en 6, 5-7; Galaten 3, 28.

Intro:

Laat iedere deelnemer na afloop in stilte opschrijven wat hem/haar is opgevallen in de trailer. Wissel dit daarna met elkaar uit - evt. eerst in tweetallen en daarna plenair.

Gespreksthema’s:

Hieronder staan meerdere gespreksthema’s. Kies een of twee thema’s en bespreek met elkaar de bijbehorende vragen.

1. Wat deed de kerk? 

De kerk, zeker de [Nederduitse] Gereformeerde Kerk […] was een wit instituut dat zich in bijna alle gevallen aan de kant van de koloniale machthebber geschaard lijkt te hebben.’ ‘Iedere predikant die naar Suriname werd uitgezonden in deze periode, kreeg standaard minimaal 2 slaven [voor persoonlijk gebruik]. Dit gold voor alle kerkgenootschappen ter plekke. In de koloniën hadden veel kerken daarnaast ook slaven in dienst als kerk zijnde, en soms zelfs een plantage in eigendom. ’1 Door de Nederlandse predikanten en zendelingen in Suriname en de Cariben en de uitzendende kerken in Nederland werd slechts sporadisch kritiek uitgeoefend op het slavernijsysteem. Vaker hebben zij zich ‘neutraal’ opgesteld of zelfs het systeem gelegitimeerd door te stellen dat de Bijbel slavernij goedkeurt. Bekering van slaven was het grootste deel van de periode niet toegestaan door de autoriteiten; het aankaarten van onrecht evenmin (ook niet door bv. Nederlandse predikanten die bepaalde vormen van onrecht waarnamen).  ‘Pas toen duidelijk werd dat de afschaffing van de slavernij uiteindelijk onvermijdelijk zou zijn, werd er serieus werk gemaakt van de kerstening [bekering] van de slavenpopulatie; de autoriteiten hoopten er namelijk op dat christenen minder tot rebellie of onlusten bereid zouden zijn dan ‘heidenen’.
Vraag: wat vind je van de rol van de kerk en van de (politieke) bestuurders, als je dit leest? Welke evt. nuances zie je?    
Niet alleen de predikanten, maar ook Nederlandse ouderlingen en diakenen speelden een heel belangrijke rol: ‘Er was een stedelijke (witte, mannelijke) elite die voortdurend circuleerde tussen hoge posities in de wereldlijke overheden, inclusief hoge WIC- en VOC-posten, en geestelijke ambten als ouderling of diaken.’ Sowieso was een zeer groot deel van de witte slavenhandelaren en planters christen, minstens in naam.

1) Bron: ‘De rol van de protestantse kerk bij het Nederlands slavernijverleden’ (PThU/VU). Overigens speelden Nederlandse vrouwen (en Britse voorstanders van afschaffing, die hier lezingen kwamen houden) een rol bij de afschaffing van de Nederlandse slavernij, maar pas in een heel laat stadium. 

2. Meten met twee maten? 

In het Europese deel van Nederland was slavernij nooit toegestaan, in het overzeese deel van Nederland wel; mensen met een donkere huidskleur (van Afrikaanse, Aziatische of ‘Indiaanse’ komaf) konden wél tot slaaf worden gemaakt, witte/ Europese mensen níet.
Opdracht: bespreek met elkaar waar deze dubbelheid vandaan komt. Zie je deze dubbelheid nu nog terug? Hoe dan? Op welke andere manieren kunnen wij mensen in een wij-zij denken belanden vandaag de dag? Bespreek hoe je als kerk daarmee om kunt gaan.

3. Gezamenlijke of alleen individuele verantwoordelijkheid?  

Lees met elkaar Daniel 9 vers 5. In het Bijbelvers zie je dat Daniel schuld belijdt voor het hele volk.
Vraag: 
Waarom zou Daniel dit doen? Hoe zien jullie zo’n schuldbelijdenis voor en namens een hele groep?

In gesprekken en discussies over zaken zoals het Nederlands slavernijverleden komt soms aan de orde dat sommigen van mening zijn dat alleen de individuele verantwoordelijkheid voor de eigen, individuele daden telt, terwijl anderen ook gevallen zien van collectieve (gezamenlijke) verantwoordelijkheid. 
Vraag: Hoe kijk je aan tegen collectieve verantwoordelijkheid? Als je alleen voor de optie van individuele verantwoordelijkheid wilt gaan, hoe zie je dan situaties waarin er uitsluitend een collectieve verantwoordelijkheid is – dus waarin er niet één eindverantwoordelijke is aan te wijzen? Gaat dan iedereen vrijuit? 

4. Rol van het geld

Tot nu toe zijn in het onderzoek naar de rol van de Nederlandse (Protestantse) kerk bij de slavernij weliswaar vermaningen in historische kerkenraadsstukken uit die tijd gevonden, maar die betroffen uitsluitend zaken als de seksuele moraal en dronkenschap onder slavenhouders en -handelaars. Vooralsnog zijn er geen vermaningen of tuchtprocedures in de stukken aangetroffen die betrekking hadden op onrechtvaardige behandeling van tot slaafgemaakten of op geldzucht. Toch speelde geld, dus de economische factor, een doorslaggevende rol in het doen ontstaan en voortduren van de slavernij. En juist voor de macht van het geld, de Mammon, waarschuwt Jezus ons keer op keer – zie bv. Lucas 16, 9-15 en Matth. 21, 13-14.
Bespreek met elkaar deze rol van het geld binnen het slavernijsysteem én in de prediking van Jezus. Welke rol zie je nu voor de ‘mammon’ als het gaat om onrecht in onze samenleving? Hoe zouden jullie als kerk daar mee om willen gaan?

5. Wat zegt de Bijbel over slavernij?

Uit de Bijbel valt geen eenduidig standpunt te halen t.a.v. slavernij: in zowel het Oude als Nieuwe Testament lijkt slavernij doorgaans als een vaststaand gegeven te worden beschouwd2. Soms lijkt het houden van slaven expliciet te worden ondersteund door de Bijbel (zie bv. Efeziërs 6, 5-8). Wel worden slaveneigenaren gemaand hun slaven goed en rechtvaardig te behandelen. Tula, leider van een grote slavenopstand op Curaçao, zegt echter: ‘Het gaat ons er niet om om goed behandeld te worden, maar om vrijheid.’(!) Oftewel: hij wil geen kleine concessie, maar hij wil zijn vrijheid terug, en die van al zijn lotgenoten.
Bespreek met elkaar: zijn de Bijbelse aansporingen om je slaven goed te behandelen dan niet te mager? Moet je slavernij niet gewoon helemaal afwijzen?
Lees in dit verband Filemon 16, waarin Paulus ervoor pleit de slaaf Onesimus op te nemen als een geliefde broeder in plaats van als slaaf.    Elders in de Bijbel lijkt slavernij ook als zodanig te worden bekritiseerd, bv. in Exodus, speciaal Ex. 2,16 en 6, 5-7 of in Galaten 3, 28). Bespreek met elkaar: kunnen we toch slavernij veroordelen met een beroep op de Bijbel? Of alleen de uitwassen ervan?
Interessante quotes in dit verband: Martin Luther King Jr: ‘Als slavernij niet slecht is, dan is niets slecht. Slavernij is diefstal – diefstal van een leven, diefstal van werk, diefstal van eigendom en productie, zelfs de diefstal van de kinderen die een slaaf zou kunnen hebben voortgebracht.’ En volgens de Nederlandse Nicolaas Beets en andere christelijke voorstanders van de afschaffing van de slavernij was er niets zo in strijd met het gebod je naaste lief te hebben als de slavernij: ‘Het is geenszins de vraag meer of de voortduring der Slaverny verdedigd kan worden door het stilzwijgen van de Heilige Schrift over de plichtmatigheid van hare opheffing. Ons christelijk geweten dringt nu eenmaal tot die opheffing.’

2) Waarbij er overigens grote verschillen waren in concrete vormen van slavernij in verschillende tijden en op verschillende plaatsen/ werelddelen, maar zelfs op één plaats en op hetzelfde moment kon (en kan) het lot van de ene slaaf veel miserabeler zijn dan dat van de andere slaaf. Uiteraard speelde hierbij de persoonlijke opstelling van de eigenaar en het soort werk (bv. binnen de woning van de eigenaar als huisbediende en kindermeisje of buiten op een plantage) ook een belangrijke rol.

6. Doorwerking van de trans-Atlantische slavernij nú

De trans-Atlantische slavernij heeft  grote gevolgen voor de nazaten. Zeker via discriminatie en uitsluiting. Maar ook in het grotendeels gescheiden optrekken van ‘zwarte’ en ‘witte’ kerken. Én doordat het vroegere verbod op een huwelijks- en gezinsleven voor tot slaaf gemaakten in sommige gevallen nog steeds (negatief) doorwerkt in de families van de nazaten. Deze discriminatie is niet altijd heel duidelijk en openlijk. Soms ligt het heel subtiel: heel venijnig voor de persoon van kleur, maar nauwelijks waarneembaar voor de witte persoon.
Vraag: Hoe reageer je bijvoorbeeld als je ziet dat specifiek een persoon van kleur opvallend wordt gevolgd door een beveiliger in een winkel? Of als tijdens de pauze door een van je collega’s op het werk een racistische grap wordt gemaakt?

Vraag: Welke rol zie je voor de kerk als het gaat om de gevolgen van de slavernij? En wat zou je zelf kunnen doen in jouw omgeving? 

Achtergrond-info voor de gespreksleider: Trans-Atlantische slavernij

Kenmerken van de Nederlandse slavernij in Suriname en de Cariben (Antillen)*, 1621-1863:

  • Er was sprake van mensenhandel: mensen werden gekocht en verkocht, het ging om onvrijwillige/ gedwongen arbeid en ook in andere opzichten verloren de mensen in kwestie (vrijwel) al hun vrijheid. Afrikanen werden volledig uit hun eigen cultuur weggerukt, en kwamen in een totaal ander werelddeel terecht: de ontworteling was daardoor nog veel groter.
  • Er was sprake van een vergaande mate van ontmenselijking: de tot slaaf gemaakte werd het eigendom van de handelaar of slavenhouder, die in principe met hem of haar kon doen wat hij wilde (gedwongen arbeid laten verrichten onder extreme omstandigheden en zonder betaling, brandmerken, lijfstraffen toedienen, diens naam wijzigen, de eigen godsdienst en culturele gebruiken verbieden, een gezinsleven verbieden of onmogelijk maken, seksueel misbruiken, etc.)                                           
  • Tot slaaf gemaakten die onvoldoende hard werkten, opstandig waren of wegliepen, werden (zwaar) gestraft, of zelfs gedood.
  • Geen rechtsbescherming: de beschermende formele wetten en informele omgangsregels die in de betreffende samenleving golden, golden niet voor tot slaaf gemaakten: zij konden zich nergens op beroepen wanneer hun menselijke waardigheid werd aangetast, zoals een vrije persoon dat wél zou kunnen doen door bijvoorbeeld tussenkomst van een rechter.
  • Een belangrijk aspect van de Transatlantische slavernij is de rol die huidskleur speelde: tijdens de periode van de trans-Atlantische slavernij was huidskleur (in verband met Afrikaanse, of evt. inheemse afkomst) hét onderscheidende element tussen tot slaaf gemaakten en anderen. Na deze periode, tot en met nu, speelt huidskleur voor de nazaten nog steeds vaak een sterk bepalende rol in maatschappelijke positie, kansen en (zelf-)beeld.
  • Bij de Nederlandse slavernij in Suriname en de Cariben valt op het bijna afwezige en zeer late protest in de Nederlandse samenleving tegen de onrechtvaardigheid van het slavernijsysteem, terwijl bijvoorbeeld in Engeland dit protest veel eerder en sterker klonk, en er in de Franse koloniën veel meer besef was van de ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’** van alle mensen.
  • In principe profiteerde de gehele Nederlandse samenleving van de slavernij, niet alleen de slavenhandelaar/ planter: van de handelaars (in koffie, thee, cacao, katoen, etc.) hier in Nederland, producenten en arbeiders, havenwerkers, winkeliers en consumenten (!) tot aan de scheepsbouwers, de bierbrouwers (aan boord dronk men bier als ‘drinkwater’ voor de maandenlange overtocht ivm houdbaarheid), soldaten en matrozen – hoewel deze laatsten ook sterk te lijden hadden onder de slechte omstandigheden aan boord. Uiteraard moet hierbij worden aangetekend dat het profijt van een steenrijke Nederlandse handelaar qua omvang niet vergeleken kan worden met het profijt dat een Nederlandse arbeider had van dit hele productiesysteem. 

*) Nederland bedreef ook slavernij in Azië (met name Nederlands-Indië), waarbij tussen de 660.000 en 1.135.000 mensen door de VOC werden verhandeld en verscheept.

**) Leus van de Franse Revolutie in 1789

Afsluiting (10 min)

Liedsuggesties

Zing samen het lied Abba Vader in het Nederlands en in het Surinaams (Sranan) -> vertaalde liedtekst:  
Abba Tata, mek’mi de, de foe Joe wawan.
Mek’mi wani de foe Joe, de foe Joe wawan.
Nooit no mek’hati kworoe, nooit no mek’mi go.
Abba Tata, mek’mi de, de foe Joe wawan.

En/of beluister samen het indrukwekkende lied ‘Wat ik gedaan heb’ van Huub Oosterhuis in de uitvoering van zijn dochter Trijntje Oosterhuis. 

Sluit desgewenst af met een kringgebed waarin voor diverse groepen in en buiten de kerk gebeden kan worden. 

Bijeenkomst 4 - Geraakt door onrecht

Doel:

  • Deelnemers bespreken enkele Bijbelteksten die gaan over gerechtigheid.
  • Deelnemers verkennen de aard (categorieën) en omvang van moderne slavernij wereldwijd, incl. Nederland.
  • Deelnemers bespreken wat zij zien als hun opdracht vanuit de kerk om gerechtigheid voor iedereen te bevorderen, juist ook voor wie nu (in NL /wereldwijd) wordt uitgebuit.

Nodig:

  • Laptop/ beamer om filmmateriaal te bekijken
  • Bijbels óf prints met daarop de getypte tekstfragmenten van Exodus 2, 23 – 25, Hebr. 13,3 en Jesaja 58, 3-8
  • Papier en pennen
  • Flappen (flapover) en stiften.
  • Een uitgeprinte tekstversie van het lied ‘Maak ons hart onrustig’ voor elke deelnemer

En/of een uitgeprinte tekstversie van het lied ‘Hear the message we are now proclaiming’. Afhankelijk van de vraag of u deze avond(-en) aanbiedt in samenwerking met een internationale/ migrantenkerk, en zoja met welke, kan het mooi zijn om een lied (ook) in het Engels of Spaans te zingen!

Introductie (15 min)

  • Beluister of zing samen het lied ‘Maak ons hart onrustig’ van Schrijvers voor Gerechtigheid (Hemelhoog lied 282)
  • En/ of: zing samen Lied aan het Licht/ ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’, NLB 601 couplet 2 (of het hele lied) -> ‘...of ergens al de wereld daagt, waar mensen waardig leven mogen, en elk zijn naam in vrede draagt

Verdieping (20 min)

(Van tevoren heeft de gespreksleider onderstaande drie vragen op grote vellen papier van een flapover geschreven en op de muur gehangen.)

Geraakt

In het Bijbelboek Exodus lezen we dat God werkelijk geraakt wordt door het leed van zijn volk. Het laat Hem absoluut niet koud dat zij ernstig worden uitgebuit en als slaven moeten werken. Lees samen Exodus 2, 23 – 25: God hoort hun hulpgeroep, en Hij laat zich daardoor raken. Na het lezen van de Bijbeltekst is er even een stilte, om hierover na te denken en eventueel iets voor jezelf te noteren.

Lees vervolgens Hebr. 13, 3:Denk aan de gevangenen alsof je zelf ook gevangen bent, en denk aan hen die mishandeld worden, alsof je ook zelf mishandeld wordt.’ Net zoals God zich liet raken door het onvoorstelbare leed van zijn volk in slavernij, worden ook wij opgeroepen ons te laten raken door het onvoorstelbare leed van velen die nú in slavernij worden gehouden. Ook na het lezen van deze Bijbeltekst is er even een stilte, om hierover na te denken en eventueel iets voor jezelf te noteren.

Loop in tweetallen langs de flappen met daarop de volgende vragen, en noteer daaronder met stift je reacties:

  • Wat roepen deze Bijbelgedeelten bij jullie op?
  • Wanneer werd jij echt geraakt door onrecht? 
  • Als je geraakt wordt door heftig nieuws kun je ook ontmoedigd raken of juist afgestompt (al die ellende ik denk er maar niet aan). Wat zou je juist wel kunnen doen om op een positieve manier verschil te maken?

Bespreek dit na afloop in de grote groep.

Extra: Willen jullie nog verder nadenken over dit thema: lees dan Jesaja 58 vers 3-8 en bespreek ook dit gedeelte. Wat zegt dit gedeelte over leven binnen en buiten je comfortzone, volgens jullie? Dus het vinden van een balans tussen een terechte behoefte aan rust en zekerheid, en daarnaast de noodzaak van het opstaan tegen onrecht?

Verwerking (20 min)

  • Bekijk samen het korte filmpje ‘Hoop in Actie’ over moderne slavernij -> HOOP in ACTIE - International Justice Mission [Full 3:57]. Indien mogelijk, is het aan te raden om deze video op groot scherm te zien, bijvoorbeeld via de beamer - zodat de impact en gevoelswaarde van de getoonde beelden van slavernij meer tot hun recht komen.
  • Wees na afloop van de video samen enkele minuten stil, zodat iedereen de indrukken op zich kan laten inwerken en enkele notities kan maken.
  • Bespreek daarna samen: wat doet dit met je? Wat was nieuw in wat je hoorde/ zag op de video? Heb je zelf wel eens een vermoeden gehad van uitbuiting in je omgeving? Welke factoren houden een dergelijk systeem in stand?
  • Hoe zouden jullie als kerkgemeenschap je kunnen en willen inzetten in de strijd tegen moderne slavernij? Hoe zou dit er praktisch uit kunnen zien?

 Soms kun je ook al heel klein in je omgeving kleine manieren van uitbuiting tegenkomen. Bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die tegen een slecht loon, middels zwart werk worden ingezet voor klusjes etc. Arbeidsmigranten die slecht worden behandeld etc. Ben je wel eens zoiets tegen gekomen? Hoe zou jij daar mee om kunnen gaan (wat zou je kunnen doen)?

Achtergrond-informatie voor de gespreksleider:

Niet alleen vroeger, maar ook op dit moment is er wereldwijd sprake van slavernij op zeer grote schaal: op één momentopname gaat het om ca. 50 miljoen mannen, vrouwen en kinderen die worden uitgebuit. Bij ca. 30 miljoen mensen betreft het slavernij en uitbuiting binnen het werk. In Nederland gaat het dan met name om de land- en tuinbouw, de toeristische sector incl. horeca, de productie industrie en de seksindustrie incl. gedwongen online prostitutie, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van (kinder-)porno of het ‘bedienen’ van individuele klanten. Wereldwijd zijn ook de mijnbouw, het gedwongen afstaan van organen en gedwongen huwelijken belangrijke sectoren waarbinnen ernstige vormen van uitbuiting, dreiging en geweld plaatsvinden. Ook gaan bepaalde vormen van uitbuiting vaak samen.

 Omdat uitbuiting en zelfs moderne slavernij ook in Nederland voorkomt kunnen we signalen opvangen dat iemand te maken heeft met de gevolgen van moderne slavernij. Misschien zijn jullie als kerk verbonden aan een groep of een kerk waar veel mensen uit de wereldkerk betrokken zijn. Of misschien speelt er in jullie omgeving ‘loverboy’ problematiek. Op die manier kunnen in onze directe omgeving zich mensen bevinden Wanneer we in contact komen met een individuele christen of een kerk, die deel uitmaakt van de wereldkerk buiten ons eigen kerkgenootschap, en er enig onderlinge vertrouwdheid is ontstaan, kunnen we op een gegeven moment eventueel signalen opvangen dat die ander daadwerkelijk te maken heeft met gevolgen van moderne slavernij - in eigen familiekring of kerkelijke gemeenschap. En ook in onze eigen kringen kunnen zich mensen bevinden die hiermee te maken hebben (gehad). Doorgaans zal iemand daar niet heel erg mee te koop lopen. Maar dat het veel voorkomt, en een enorme impact heeft, is zeker.

 Waar mensen mee te maken krijgen is bijvoorbeeld: ronseling en chantage, inname van hun paspoort, geen contact mogen onderhouden met familie of vrienden, gedwongen worden tot seksuele handelingen, moeten slapen op de werkplek, slecht te eten krijgen en geen/ nauwelijks geld ontvangen voor het werk, extreem veel uren moeten werken onder vaak slechte omstandigheden.

Extra: Geld

Net als bij de trans-Atlantische slavernij (zie avond 3) speelt ook bij moderne slavernij geld, dus de economische factor, een doorslaggevende rol bij het doen ontstaan en laten voortduren van de slavernij en uitbuiting: zonder winst is slavernij niet interessant. En juist voor de macht van het geld, de Mammon, waarschuwt Jezus ons keer op keer. Bespreek met elkaar deze rol van het geld binnen het slavernijsysteem én in de prediking van Jezus.

Extra: “Niet alleen in gedachten” - Actie!

In het staartje van Exodus 2, 25 staat dat God niet alleen het lijden hoort en ziet, maar dat Hij ook in actie komt: het derde werkwoord in dat vers waarmee Gods betrokkenheid wordt aangeduid, jada, houdt behalve ‘bemerken’/ ‘weten’ ook in: ‘zorg dragen voor’.

“In Jakobus 1 valt de schrijver gelijk met de deur in huis: ‘Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen.’ Er wordt vaak een appèl op ons gedaan. Er wordt gevraagd of we actie ondernemen, bijvoorbeeld om kwetsbaren te helpen. Als ik eerlijk ben, heb ik zelf vaak momenten waarop ik me van alles voorneem. Zodra ik dan weer verder ga met de normale gang van zaken in mijn leven vergeet ik vaak weer wat ik eigenlijk wilde doen. Jakobus moedigt ons aan om datgene wat God van ons vraagt, namelijk weduwen en wezen bijstaan in nood, niet alleen in gedachten een goed idee te vinden. We mogen dit in de praktijk brengen.” (Merel van der Ven, International Justice Mission Nederland)

‘See, judge, act’

In de jaren 70 was er in Latijns-Amerika veel onrecht. Verschillende priesters gingen nadenken hoe ze daar met hun christelijk geloof een antwoord op konden geven. Ze ontwikkelden een simpele formule: ‘See, judge, act’ . Eerst is het noodzaak om het onrecht te zien, te begrijpen. Waarom, wanneer, en hoe is het gekomen dat de dingen zijn zoals ze zijn? Hoe kan het dat men nog steeds geen goede oogst heeft, kinderen niet naar school gaan, en mensen uitgebuit kunnen worden door mensenhandelaren of wrede werkgevers? Nadat je onderzoek hebt uitgevoerd, is het tijd om te bedenken wat een goede reactie zou zijn. Hiervoor is het nodig om te bidden. Wat is Gods wil in deze situatie? Wat staat er in de Bijbel dat toegepast kan worden op deze specifieke context? En je raadt het al, daarna is het tijd om tot actie over te gaan. (Merel van der Ven, International Justice Mission Nederland)

Bespreek met elkaar: is dit herkenbaar, dit verschil tussen goede voornemens en concrete actie om onrecht te bestrijden?  Wat is er eventueel nodig om deze kloof te overbruggen? 

De jonge econoom Paul Schenderling zegt in een interview: ‘De schroom om de Bijbel ook als een politiek-economisch verhaal te zien, moet worden afgeworpen. Deze schroom komt soms voort uit de angst voor conflict en het vervreemden van mensen. […] De kerk heeft nog iets anders te bieden, namelijk een visioen dat hoop geeft. Hoop in plaats van de verlamming die nu vaak optreedt in het licht van de enorme uitdagingen waar we als mensheid voor staan.’ ‘Mensen blijken – als ze het contrast zien tussen de werkelijkheid en hoe die zou kunnen zijn – gemotiveerd om in beweging te komen. Ze komen zelf met ideeën over wat er zou kunnen en moeten veranderen en hoe zij daaraan kunnen bijdragen.’

Zie bv. www.genoegomteleven.nl en https://www.fairwork.nu/

Kerk in Actie is actief betrokken bij twee projecten in Ghana in samenwerking met partner Challenging Heights: centraal staat het voorkomen en tegengaan van moderne slavernij en kinderarbeid. Concreet wordt gewerkt aan preventie om te zorgen dat kinderen uit arme gezinnen niet in handen vallen van mensenhandelaren die hen uitbuiten in onder meer de visserij. Waar nodig worden ook reddingsprogramma's opgezet om kinderen uit handen van hun uitbuiters te bevrijden en na een kort re-integratietraject weer te herenigen met hun ouders.

Kerk in Actie steunt in Colombia de organisatie Renacer. Deze organisatie beschermt en begeleidt kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik of dat dreigen te worden. Sociaal werkers gaan de straat op en bieden hun psychische en juridische hulp. Wie geen onderdak heeft, kan terecht in hun opvanghuis. Medewerkers geven voorlichting op scholen en trainen ambtenaren, kerkleiders en docenten, zodat ze uitbuiting herkennen en weten hoe ze zich kunnen inzetten om dit te voorkomen.

Afsluiting (10 min)

Afsluitend gebed:

We doen wat de kerk al eeuwen doet wanneer ze geconfronteerd wordt met het onrecht en het lijden van deze wereld. We bidden een gebed van ontferming voor de 50 miljoen mannen, vrouwen en kinderen die wereldwijd worden vastgehouden in slavernij. Maar ook voor onszelf. 

Zie dit gebed van IJM International